Longreadsmockup Voedseltransitie 1 (1)
Longreads

Voedselproductie 2.0: exportgerichtheid en samenwerking

Het Noorden van Nederland is een van de belangrijkste landbouwregio’s van Nederland. Noord-Nederland wordt gekenmerkt door veel ruimte voor de landbouw, uitgesproken en leidende specialisaties en intensieve samenwerking tussen producenten en kennisinstellingen.

Voedselproductie is een van de steunpilaren onder de regionale economie. Tegelijkertijd staat de sector voor grote uitdagingen. Voedselzekerheid is met het oog op de groeiende wereldbevolking een enorme uitdaging. Het stimuleren van biodiversiteit is van belang voor behoud van natuurwaarden, maar vanwege het belang van ecosysteemdiensten ook voor de sector zelf. Vervuiling en aantasting van het landschap hebben invloed op het menselijk welzijn, maar ook op de mogelijkheden voor voedselproductie. Klimaatverandering kan, afhankelijk van de plaats en tijd, tot droogte of overvloedige regenval leiden en vraagt om beperking van de uitstoot van broeikasgassen en klimaatadaptatie. Het aangaan van deze gecombineerde uitdaging vraagt om het heruitvinden van het voedselsysteem, om voedselproductie 2.0. Het Noorden biedt als krachtige landbouwregio volop mogelijkheden zich verder te ontwikkelen als duurzame productieregio. Maar waar bestaat haar kracht precies uit? En waar komt deze vandaan? In deze longread laat ik zien waar voedselproductie in Noord-Nederland vandaan komt, en hoe ‘voedselproductie 2.0’ zich in de toekomst kan ontwikkelen.

Het noorden als landbouwregio

De uitgestrekte cultuurgronden van Noord-Nederland liggen op grens tussen hoog- en laag-Nederland. De belangrijkste grondsoorten – klei, veen en zand – zijn allemaal hier allemaal te vinden. Daarmee biedt het Noorden mogelijkheden voor verschillende grondgebonden specialisaties zoals (poot)aardappelen, akkerbouw en melkveehouderij. Het toegenomen vermogen tot waterbeheersing hebben de afgelopen eeuwen de mogelijkheden voor voedselproductie in het Noorden vergroot. Langs de Waddenkusten en de Dollard werden omvangrijke landaanwinningen verricht. Door het stimuleren van aanslibbing en de bouw van dijken kon steeds weer een stuk land ingedijkt worden. Ontginning van hoogveengebieden leverde uitgestrekte landbouwgronden op die bij uitstek geschikt waren voor het verbouwen van aardappelen. Inpoldering en verbeteringen van de ontwatering in het Friese veenweidegebied leverde uiteindelijk graslanden op die het hele jaar te gebruiken waren. Dit bood in de loop van de eeuwen steeds meer ruimte om landbouw te bedrijven.

Tot in de jaren vijftig nam de hoeveelheid cultuurgrond toe, daarna werd een deel omgezet in wegen, woningbouw en natuurgebied. Industrialisatie had ook zijn weerslag op de landbouwsector. Een steeds kleiner deel van de Noordelingen was direct of indirect afhankelijk van de landbouw. Toch blijft voedselproductie, zeker in vergelijking met andere regio’s, belangrijk voor het Noorden. Wageningen Economic Research becijferd dat het agrocomplex goed is voor 14% van de noordelijke werkgelegenheid. Het gaat dan niet zozeer om landbouwbedrijven, maar vooral om bedrijven in de agrofoodketen als toeleveranciers en verwerkers. Ook zijn bedrijven voor een deel afhankelijk van de agrarische sector, denk aan een accountant die veel boeren als klant heeft. De verbondenheid tussen landbouw en andere bedrijven – de keten – kent een lange voorgeschiedenis. In Noord-Nederland werd al vroeg samengewerkt tussen boeren en andere delen van de economie, zoals in de volgende paragrafen zal blijken.

Longreadsmockup Voedseltransitie 1 (1)
Verder lezen? Download de longread - Voedselproductie Download hier