DSC6386
De directie aan het woord

NOM zoekt naar impact via grote transities

De NOM werkt aan een duurzame (en circulaire), gezonde en slimme economie in Noord-Nederland. Huidig directeur Dina Boonstra: ,,We kijken naar grote transities, zoals gezonder voedsel. We proberen op die manier impact te maken.’’

Wat meespeelt is dat er vanuit de RIS3-regeling veel Europees geld is voor transities via innovatie. Siem Jansen vindt dat je in dit soort trajecten vooral goed moet overwegen waarom en hoe je het doet. ,,Het zijn regionale projecten, maar de groei is internationaal’’, duidt hij. ,,Noordelijke partijen moeten niet zeggen dat ze het volwaardig aanpakken, maar ook doen. Dat geldt ook voor de NOM.’’

Arie van der Hek roemt de aanwezigheid van geavanceerde industrie in Brabant. Die is hier niet. ,,Het is allemaal dienstverlening. Wat er momenteel in de Eemshaven wordt geïnvesteerd is bewonderenswaardig, maar ik plaats wel een vraagteken bij de ambitie om nog een stroom slurpend datacenter aan te trekken.’’

Vergroening van de chemie

Dina Boonstra legt uit dat de industrie is geclusterd in Chemport Europe. Bedrijven in Emmen,  Delfzijl/Eemshaven en Heerenveen hebben zich hierin verenigd. ,,Daar is wel wat bijzonders gaande, het centrale thema is vergroening van de chemie’’, vertelt ze.

Siem Jansen is tegenwoordig directeur Nationaal Programma Groningen, dat meer dan 1 miljard euro besteedt aan economische ontwikkelingen. Circulariteit in de industriegebieden is van belang, duidt hij, maar er is ook een ontwikkeling gaande op basis van kennis, verwaarding en productie. De nieuwe productielocaties zijn niet meer gekoppeld aan grote internationale bedrijven, het gaat vaak om eigen ontwikkelingen.

Ik vind het mooi dat de coöperaties samenwerken om nieuwe producten te ontwikkelen.

Arie van der Hek

Coöperaties werken nu zelfs samen

,,Je ziet het nu bij eiwit, een aantal grote coöperaties zijn samengebracht in het project Fascinating’’, vertelt Jansen. Samen met de kennisinstellingen en Avebe richt het project zich op de verwaarding van de landbouw. Jansen: ,,Avebe gaat niet van de aardappel af, maar die 2 procent eiwit gaat veel meer opleveren dan die 98 procent koolhydraten.’’

De coöperaties waar het om gaat zijn behalve Avebe nog Cosun, Friesland Campina en Agrifirm. Ruud Bouwman verbaast zich: ,,Dat coöperaties samenwerken…, zoiets was in mijn tijd ondenkbaar. Absoluut ondenkbaar!’’ Van der Hek vult aan: ,,Ik vind het mooi dat de coöperaties samenwerken om nieuwe producten te ontwikkelen.’’

Belangrijk bij deze ontwikkeling is dat het mkb aanhaakt. Dina Boonstra: ,,De grote bedrijven zijn ook steeds vaker op zoek naar die innovatieve mkb’ers die naar langjarige ontwikkelingen kijken en daarin investeren.’’

Eiwitfabriek scheelt 2 miljard eieren

En ze verklapt dan wat een van de Fascinating-mensen tegen haar zei. Die zou het fantastisch vinden als de samenwerking een grote eiwitfabriek van plantaardig eiwit zou opleveren. ,,Want er zijn 3 miljard eieren in Nederland – ik heb dat aantal niet gecheckt – en als die fabriek er is, hebben we nog maar 1 miljard eieren nodig.’’

Philips Drachten heeft een voortrekkersrol als het om de digitalisering van de industrie. Maar dat was deels toeval, vindt Siem Jansen. ,,Dankzij het feit dat er in Drachten een Philips-directeur zat die zijn eigen kop volgde en bovendien de mazzel had dat hij met de grote baas van Philips overweg kon, is het Innovatiecluster Drachten ontstaan’’, vertelt Jansen. Grote clubs maken tijd en geld vrij om iets op te starten. Jansen: ,,We hebben te weinig van dit soort grote trekkers gehad.’’

DSC6243

Halve eeuw van mislukkingen en successen

Hoe zou Noord-Nederland eruit hebben gezien zonder NOM? Minder bedrijven van buitenaf, minder samenwerkingen? Arie van der Hek vindt dat er successen en mislukkingen zijn geweest: ,,Frisian Shipyards in Harlingen was er zonder de NOM niet gekomen. En Brons in Appingedam was anders al veel eerder roemloos ten gronde gegaan.’’

Frits Migchelbrink vraagt zich af: ,,Als de NOM er niet was geweest, was er dan niet een ander soort platform gekomen? Een platform waar provincies elkaar ontmoeten?’’ Siem Jansen vult aan: ,,De NOM kun je opheffen, maar dan moet je alle functies die het vervult wel ergens beleggen.’’

Elk jaar 200 tot 300 bedrijven door handen van de NOM.

Siem Jansen

Siem Jansen maakt eenvoudig rekensommetje: de NOM bestaat 50 jaar en elk jaar gaan er 200 tot 300 bedrijven door de handen van de NOM. Tel uit je winst. Er zijn ook nog eens bedrijven als Google gekomen, al wordt daar nu verschillend over gedacht, stelt Jansen vast. De NOM heeft bijgedragen aan de komst van tal van bedrijven. Bovendien, als er grote mondiale ontwikkelingen zijn,

dan zit er binnen de kortste keren een expert binnen de NOM die zorgt dat er met nieuwe plannen aangehaakt kan worden. Dina Boonstra stelt vast dat de NOM als enige ontwikkelmaatschappij in Nederland drie provincies vertegenwoordigt. ,,Dat dwingt ambtenaren en organisaties wel om samen te werken, om na te denken over zaken die buiten de eigen grens gebeuren.’’

De NOM lijkt soms redactie van onafhankelijke journalisten

Er zijn ook spin-offs als New Energy Coalition en NPAL (Noordelijke Productiviteits Alliantie). Arie van der Hek: ,,In mijn tijd was het netwerken niet ontwikkeld. Terwijl je de expertise van universiteiten hard nodig bent.’’ Hij krijgt bijval van Dina Boonstra: ,,We hebben nu de Universiteit va het Noorden.

DSC6367

Dat speelt zich niet alleen af op het Broereplein, maar ook in Balk bij Pacques, bij Groningen Seaports, bij Wetsus, bij Chemport Europe. Het is gedistribueerde kennis van de RUG.’’

De NOM lijkt soms wel een redactie van onafhankelijke journalisten, zo heeft Boonstra ervaren. Allemaal mensen met eigen kennis, eigen karakters, het moet allemaal maar een beetje passen binnen het gestelde beleid. Vrijheid en visie staan daarbij op gespannen voet. Migchelbrink: ,,Ik kon die mensen soms moeilijk sturen. Ik gaf ze ruimte maar ze misbruikten die ook. We hebben er 50 jaar over gedaan om hier te komen en het kan vast nog beter.’’

Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen nav een bijeenkomst tussen voormalig directeuren van de NOM en de huidige directeur Dina Boonstra. Er wordt teruggekeken op 50 jaar NOM en gefilosofeerd over de toekomst.