Gevelpanelen van de toekomst komen uit Roden

Het moederbedrijf AFS International heeft zijn sporen als gevelproducent ruimschoots verdiend. Wereldwijd levert het Drentse bedrijf gevelpanelen, die de grootste en meest prestigieuze gebouwen sieren. De Johan Cruyff Arena, Los Angeles International Airport, Jameel Art Centre in Dubai; ze hebben allemaal gevels uit Roden. Dat stemt tot tevredenheid, maar zeker niet tot berusting. AFS wil meer. Meer duurzaamheid, meer goeds voor de wereld, meer besparing.

,,We moeten leren verder vooruit te kijken’’, zo vertaalt Rik Boon dat. Hij houdt zich voor AFS bezig met de nieuwe tak AFS Solar. ,,Dat we zonnecellen konden integreren in gevelpanelen, hadden we vrij snel in de gaten. Ook dat we er met een keramische print allerhande kleuren en patronen op kunnen maken. Maar we wilden nog meer.’’

Zowel warmte als energie

Min of meer toevallig was Boon betrokken geweest bij de ontwikkeling van een aluminium paneel dat zowel warmte kan opvangen als afvoeren met behulp van een uitgekiend leidingsysteem. ,,We zijn die twee vindingen gaan samenvoegen. Het resultaat is dat we nu unieke gevels bieden die zowel warmte als elektriciteit winnen.’’

Omdat ontzorgen steeds belangrijker wordt, ontwikkelde AFS Solar zelf de hele technologie van het energiemanagementsysteem eromheen. Het werkt ongeveer zo: de opgewekte energie en warmte gaan via onzichtbaar weggewerkte leidingen naar de warmtepomp, die als gevolg veel minder eigen vermogen nodig heeft om zijn werk te doen.

AFS test al volop met de gevels. De voorlopige conclusie is dat met de gevels zo’n twintig procent minder vermogen in het gebouw nodig is. Omdat het systeem ook andersom werkt – de gevels kunnen warmte ’s nachts afvoeren in de zomer – is de besparing op de energie die nodig is om airco’s te laten draaien nog veel groter.

Marktvraag

Rik Boon: ,,We hebben gerekend aan een groot gebouw in Amsterdam. We konden twee keer zoveel energie uit de gevels halen als wat nu als minimum in het Bouwbesluit staat.’’ Dat is geweldig natuurlijk, en meteen de uitdaging. Boon: ,,Het is lastig om bouwers te overtuigen hier iets mee te doen. Het gaat te snel alleen over initiële kosten en niet over opbrengsten. Dat is zonde. Het is klip en klaar dat ons systeem geld gaat opleveren, maar het past nog niet in de rekenmodellen.’’

Eén van de belangrijkere vragen in deze fase luidt: hoe kunnen de unieke panelen het beste in de markt worden gezet? Via de installateurs, de bouwbedrijven, de architecten? Of moeten de consumenten rechtstreeks worden geappelleerd, de politiek aangesproken? Is samenwerking zoeken met warmtepompleveranciers het antwoord, of moet het de groothandel zijn?