Foto van Peter de Jong
  • De Expert

De Expert – Een wereldwijde voortrekkersrol

Hoe kunnen we duurzamer, slimmer en gezonder werken? In deze editie geven we het woord aan expert Peter de Jong. Peter de Jong is lector duurzame zuivel en voedselverwerking bij Van Hall Larenstein University of Applied Sciences in Leeuwarden. Daarnaast werkt hij als programmadirecteur bij het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) en als principal scientist food processing bij NIZO. Ook is hij als programmadirecteur betrokken bij het open innovatieprogramma Fascinating (Food Agro Sustainable Circular Nature Technology in Groningen).

De manier waarop we voedsel produceren en consumeren zal de komende jaren ingrijpend moeten veranderen. Voor onze eigen gezondheid, om de bevolkingsgroei bij te kunnen benen en natuurlijk ook voor een leefbare planeet. Maar wat is nodig om die transitie goed in gang te zetten? En welke rol kan Noord-Nederland daarin spelen?

Peter de Jong is expert op het gebied van landbouw en voedsel. Als chemisch technoloog houdt hij zich vanuit verschillende functies bezig met duurzaamheid. Bijvoorbeeld het maximaliseren van grondstofgebruik en de maximale voedingswaarde uit voedingsproducten halen. ‘Ik heb veel verschillende petten op en dat zal wel met de leeftijd te maken hebben’, grapt De Jong. ‘De rode draad is dat ik de link leg tussen grondstoffen, de manier van processen en de kwaliteit van het product.’

Voedseltransitie

Voor de één is de eiwittransitie de heilige graal en voor de ander een beladen term. De Jong trekt het probleem zelf liever breder. ‘We hebben een groeiende wereldbevolking en die moeten we op een gezonde manier voeden. Calorieën krijgen we doorgaans voldoende binnen, maar vooral belangrijk zijn de voedingsstoffen die we nodig hebben. Die moeten natuurlijk op een zo duurzaam mogelijke manier geproduceerd worden. Daarvoor wil je alle mogelijkheden benutten.’

‘Plantbased is een belangrijk onderdeel van die transitie, maar niet per se met het idee om al het dierlijke volledig te vervangen door plantaardig’, vervolgt De Jong. ‘Dat kan misschien in een individueel dieet, maar dat lukt niet op wereldwijde schaal. Naast plantaardige eiwitten zal dus ook het aandeel aan zuivel en zelfs vlees een beetje moeten toenemen. Niet omdat mensen meer vlees gaan eten, maar omdat we met meer mensen zijn.’

Ook zijn volgens De Jong niet alle eiwitten gelijk aan elkaar. ‘Niet alle eiwitten zijn namelijk even makkelijk te verteren en ook zijn ze niet altijd van dezelfde kwaliteit. Om echt een transitie in gang te zetten, zul je moeten zorgen voor hoogwaardige kwaliteit en goede smaak tegen een lagere prijs. Ook de boer zal eraan moeten verdienen. Daar ligt de grootste uitdaging, en ondanks de populariteit van plantbased producten beginnen ze hier tegenaan te lopen. Er moet nu een volgende stap worden gezet.’

'Als het gaat om de manier van processing dan staat de plantbased wereld nog in de kinderschoenen. Laten we ons daarom richten op het ontwikkelen van technologie die de eiwitten uit gewassen beter intact laat, want onze kracht ligt in kennis.'

Peter de jong

Processing

De Jong wijst erop dat er ook op het gebied van processing nog veel winst valt te behalen voor plantbased alternatieven. Zo is de carbon footprint van zuivel bijvoorbeeld, het grootst op de boerderij, terwijl er in de fabriek niet zoveel meer aan gedaan hoeft te worden. De processing neemt slechts 6-10% van de totale footprint in beslag, afhankelijk van het product. Echter, het is veel moeilijker om eiwitten uit gewassen te halen, daar is veel meer processing voor nodig en dat kost veel energie, waardoor duurzaamheid in het gedrang kan komen bij grootschalige productie. Dit benadrukt de noodzaak voor verdere ontwikkeling van procestechnologieën.

En dat is nou net iets waar De Jong zich mee bezighoudt. ‘Om hoogwaardige kwaliteit eiwitten uit gewassen te halen, heb je eigenlijk een zo mild mogelijk proces nodig. En dat kost tegelijkertijd ook veel minder energie. Maar hoe milder het proces, hoe meer micro-organismen intact blijven, dus dat is een beetje het spanningsveld. Op dit moment werken we bij Van Hall Larenstein, samen met bedrijven en met steun van het innovatiefonds van de Dairy Campus, aan een nieuwe pasteurisatietechnologie. Deze technologie zorgt ervoor dat het hele proces minder dan een seconde duurt, terwijl alle schadelijke micro-organismen worden gedood.’

‘In het totale energieverbruik van Nederland neemt de agrofood industrie na de petrochemische industrie een goede tweede plek in’ vervolgt De Jong. ‘Dit komt onder andere door inefficiënte processen, zoals het drogen van voedsel. Binnen het Fascinating programma werken we momenteel aan de ontwikkeling van een innovatief droogsysteem op basis van zeoliet. Dit systeem zet vochtige lucht om in droge warme lucht, waarbij de opgewekte warmte opnieuw wordt benut voor het droogproces. Hierdoor kunnen we aanzienlijke energiebesparingen realiseren, naar schatting tussen de 20% en 30%. Dit is heel fors.’

Samenwerking met de markt

Een andere rode draad in het onderzoek van De Jong is het opzoeken van samenwerkingen met bedrijven. ‘Mijn roots liggen bij NIZO in Ede, waar de onderzoeken volledig vanuit de markt worden gefinancierd. Ook bij Van Hall Larenstein, het ISPT en Fascinating haken veel bedrijven aan. Dat is belangrijk, want dat geeft focus aan de onderwerpen van het onderzoek. Daarnaast levert het ook veel nieuwe en waardevolle kennis op.’

‘Voor grote apparatenbouwers zijn nieuwe procestechnologieën vooral een niche naast hun bestaande portfolio. En deze bedrijven zijn over het algemeen ook niet zo snel. In mijn ervaring kun je voor echte innovatie het beste samenwerken met mkb-bedrijven’, vervolgt De Jong. ‘Dat is ook wel iets wat Noord-Nederland kenmerkt overigens, dat er gekeken wordt naar lokale partijen om mee samen te werken. Dat werkt vanwege de kortere lijnen natuurlijk veel sneller. In de Randstad kijkt men toch eerst naar de hele grote partijen voor samenwerkingen.’

Nederland Kennisland

Volgens De Jong is het niet alleen belangrijk om de processen te optimaliseren, maar moet ook het verdienmodel in de gehele keten kloppen. ‘Het is essentieel dat boeren er ook daadwerkelijk van profiteren. Het heeft weinig zin om hen aan te moedigen meer eiwitgewassen te verbouwen als dit minder winstgevend is dan bijvoorbeeld suikerbieten. Een eerlijk verdienmodel is dus van belang. Maar nog belangrijker is dat we hoogwaardige eiwitten produceren die beter zijn dan wat er momenteel op de markt is.’

‘Nederland is een klein land, dus we moeten niet proberen om méér te gaan produceren. Natuurlijk kunnen we niet wedijveren met landen als Canada. Echter, onze kracht ligt in het feit dat we een kennisland zijn’, vervolgt De Jong. ‘Daar staan we wereldwijd bekend om en daar drijft onze economie voor een groot deel op. Als het gaat om de manier van processing dan staat de plantbased wereld nog in de kinderschoenen. Laten we ons daarom richten op het ontwikkelen van technologie die de eiwitten uit gewassen beter intact laat, want nogmaals: onze kracht is onze kennis. Met het Fascinating programma heeft Noord-Nederland wat dat betreft een wereldwijde voortrekkersrol!’

'In mijn ervaring kun je voor echte innovatie het beste samenwerken met mkb-bedrijven. Dat is ook wel iets wat Noord-Nederland kenmerkt.'

Peter de jong