‘COL was en ís keihard nodig voor het Noordelijk bedrijfsleven’
  • Investeren

‘COL was en ís hard nodig voor het noordelijk bedrijfsleven’

Ruim veertig noordelijke bedrijven kregen de afgelopen tijd weer wat lucht om te ondernemen dankzij de Corona Overbruggingslening (COL). De NOM verstrekte de leningen namens de rijksoverheid, ter grootte van meer dan tien miljoen euro intussen. En er zit nog meer in het vat.

Bijna honderd aanvragen, waarvan er zo’n veertig werden geaccepteerd. De COL, die sinds eind april aan te vragen is, wordt goed gebruikt in Noord-Nederland. Startups zijn het, scale-ups ook, net als innovatieve MKB-bedrijven en familiebedrijven die geen relaties met de bank hebben. Uit tal van branches en sectoren, met verschillende klantenkringen en eigenheden. Maar met één grote overeenkomst: covid-19 sloeg er hard toe.

,,Als je ziet wat voor bedragen we mogen uitlenen, dan kun je niet anders dan concluderen dat deze lening hard nodig was voor het noordelijke bedrijfsleven. En nog steeds ís, want de COL is nog steeds open voor nieuwe aanvragen, tot 1 oktober’’, zegt Rob Drees, fondsenmanager bij de NOM. ,,Het is een noodinstrument voor ondernemingen die door de covid-19 crisis in financiële problemen zijn gekomen. De lening moet zorgen voor een tijdelijke overbrugging naar “break-even” of een volgende financieringsronde. Je moet als ondernemer puur door het virus en de maatregelen geraakt worden. Dit is geen lening voor bedrijven om alleen maar iets ruimer in hun jas te kunnen zitten.’’

Kwart miljoen

Gemiddeld leende een onderneming 250.000 euro, maar ook grotere bedragen werden uitgezet, in die gevallen in combinatie met cofinanciering. Het eerste jaar betaalt de aanvrager geen rente (3%) en aflossing, daarna geldt een terugbetaaltijd van twee jaar. ,,Hoewel die termijn wel beperkt opgerekt kan worden.’’

De klap was groot afgelopen voorjaar. Corona en de maatregelen die worden genomen om het virus in te tomen, brachten – en brengen – veel bedrijven in moeilijkheden. In allerijl kwam een steunpakket tot stand om de hoogste nood te lenigen. Eén van de onderdelen daarvan is de COL. De uitvoering werd overgelaten aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, in het geval van Noord-Nederland dus de NOM, in samenwerking met Techleap.

Twee tot drie weken

,,Dat was een intensief en hectisch proces. Er moest in noodvaart een goed portal komen, landelijk uniforme afspraken worden gemaakt, standaardcontracten opgesteld, medewerkers op één lijn gezet. Allemaal om maar zo snel mogelijk het bedrijfsleven te kunnen helpen. Een unieke ervaring eigenlijk. Binnen twee tot drie werkweken hebben aanvragers het geld op hun rekening. Als ze goedkeuring krijgen.’’

Dat is lang niet in alle gevallen zo. Meer dan de helft van de aanvragen kreeg geen groen licht. Drees: ,,Meestal omdat wij concludeerden dat het bedrijf in kwestie al vóór de crisis niet goed ging, of dat het toekomstperspectief te matig is. Corona is in dat geval niet meer dan een extra zetje geweest. De COL is en blijft een lening die je natuurlijk wel moet kunnen terugbetalen.’’

De COL wierp meer beperkingen op. Zo is de regeling uitdrukkelijk bedoeld voor ondernemingen die niet via andere wegen – lees: de bank – aan financiering kunnen komen. Startups en scaleups dus, maar ook familiebedrijven, die niet gewend zijn via de bank of het aantrekken van aandeelhouders aan geld te komen.

Mindset

,,Ik merk dat de ondernemers blij en opgelucht zijn dat ze zo snel over middelen kunnen beschikken om door te gaan, verder te ontwikkelen. Nog interessanter is dat ik zie dat het iets doet voor de mindset. Ondernemers krijgen weer geloof en vertrouwen in de toekomst. Ze krijgen de ruimte om plannen te maken.’’

Dat de uitvoering van de COL via de NOM loopt, is eigenlijk logisch. Aanvragen controleren, bedrijven doorlichten, toekomstperspectieven schetsen, ondernemers vooruithelpen; dat is wat de NOM altijd al doet. Voor de volgende ronde verstrekkingen heeft de NOM een iets andere rol. Drees: ,,Wat er nu nog in de pot zit, wordt op nationaal niveau verdeeld. Maar noordelijke bedrijven moeten beslist hun aanvragen blijven indienen. Wij doen uiteraard ons uiterste best voor de ondernemingen in het Noorden. Daar zijn we voor.’’