Before The Oil
  • Energie
  • Innoveren

Roel Swierenga ‘Een succesvolle energietransitie vraagt offers’

Roel Swierenga Roel Swierenga

Sinds afgelopen juni is Roel Swierenga bij de NOM werkzaam als Ecosysteemontwikkelaar Energie. Daarnaast houdt hij zich bezig met het maken van korte films en videodocumentaires over duurzame thema’s. In deze blog vertelt hij over het bouwen van energie-ecosystemen, de energietransitie en zijn prijswinnende documentaire Before the oil.

Als Ecosysteemontwikkelaar Energie hou ik voor de drie noordelijke provincies de ontwikkelingen in de energiewereld nauwlettend in de gaten. Wat is er in ons werkgebied zoal gaande en mogelijk? Welke netwerken rondom energie en innovatie zijn er aanwezig? En vooral: waar en hoe kunnen we als NOM ondersteuning bieden om die netwerken te versterken en hun meerwaarde te vergroten?

Het thema waar ik me voornamelijk op richt is logischerwijs de energietransitie. Of meer precies: het helpen creëren en realiseren van het best mogelijke innovatieklimaat voor het bouwen van een duurzaam energiesysteem. Tussen nu en 2050 moeten we tenslotte volledig overstappen van fossiele brandstoffen naar duurzame hernieuwbare alternatieven. En ja, daarvoor is een nieuw energiesysteem nodig.

De energietransitie gebeurt stapsgewijs

Natuurlijk, Noord-Nederland loopt voorop in de productie van duurzame energie. We hebben in de regio al volop geïnvesteerd in kennis en kunde om de energievoorziening in de toekomst geheel te decarboniseren. Maar er is nog een lange weg te gaan. Het is, met andere woorden, een megaopgave. De energietransitie kan nooit in één keer en moet dus stapsgewijs gebeuren. Zo krijg je bijvoorbeeld te maken met vraagstukken als: hoeveel aardgas gebruiken we nu? En als we dat willen vervangen door een duurzamer alternatief, waarmee zou dat dan het beste kunnen?

Waterstof is dan één van de mogelijke oplossingen. De bestaande infrastructuur voor aardgas kunnen we dan ombouwen voor waterstof. De basisinfrastructuur ligt dus al in de grond. Alleen: waterstof is een energiedrager en geen bron. Waterstof zal dus geproduceerd moeten worden. Om heel veel waterstof te kunnen maken moeten we eerst een aantal nieuwe wind- en zonneparken bouwen. Dat zijn zeer kostbare investeringen. Inclusief de aanbesteding en het verkrijgen van de benodigde vergunningen ben je zomaar enkele decennia verder om voldoende energie op te wekken om op duurzame wijze waterstof te produceren.

Daar ligt meteen een uitdaging voor de NOM. Wat kunnen wij doen om dergelijke processen te bespoedigen? Mijn belangrijkste rol als Ecosysteemontwikkelaar Energie is om partijen in dat ecosysteem, zoals overheden, bedrijven en kennisinstellingen, aan te zetten tot samenwerking. Om vervolgens die samenwerking te bevorderen en zorgen dat er dingen van de grond komen.

We delen de Noordzee

Nieuw is de energiewereld voor mij allerminst. Voordat ik bij de NOM in dienst trad was ik fulltime werkzaam bij stichting Hansa Green Tour. Momenteel ben ik daar nog één dag per actief. Deze stichting, een internationale netwerkorganisatie, heb ik in 2010 opgericht om initiatieven op het gebied van duurzame technologie en hernieuwbare energie in Noordwest-Europa te promoten. Dat doen we onder meer door netwerkreizen, zoals innovatiemissies en evenementen, te organiseren. Duurzaamheidsprofessionals krijgen daarbij de gelegenheid om kennis en ervaring uit te wisselen, elkaar te inspireren en te leren van voorbeeldprojecten in Nederland, Noord-Duitsland en de Scandinavische landen.

Het is namelijk van groot belang dat we bij het ontplooien van Nederlandse initiatieven rekening houden met hetgeen men in Scandinavië en Noord-Duitsland mee bezig is. En vice versa. Niet in de laatste plaats omdat we samen de Noordzee delen. Dus als je toegaat naar een systeem waarbij je veel met wind op zee wilt doen, of met (groene) waterstof en afgeleiden daarvan zoals methanol of ammoniak, moet dat wel matchen met wat de andere landen doen qua infrastructuur. Energie opgewekt op zee zal ergens aan land moeten komen. De havens rondom de Noordzee moeten goed samenwerken zodat energie, in welke vorm ook, aan land kan worden gebracht en gemakkelijk tussen de havens kan worden uitgewisseld.

Innovatieve energieprojecten

Afgelopen jaar organiseerde ik voor de gemeente en de provincie Groningen een tweetal innovatiemissies naar de vier Scandinavische landen. Deelnemers hebben we daar diverse innovatieve energieprojecten getoond. Ook zijn we in gesprek gegaan met overheden, het bedrijfsleven en kennisinstellingen aldaar. Hoe kijken ze daar naar de uitdagingen van de energietransitie en welke thema’s spelen daarbij een rol?

Naar aanleiding van die missies ben ik met de NOM in gesprek geraakt. Vooral om eens te kijken hoe ik op basis van mijn kennis, ervaring en rijke netwerk kan bijdragen aan het bouwen van een goedwerkend ecosysteem in Noord-Nederland. Uiteindelijk heeft dat erin geresulteerd dat ik afgelopen juni bij de NOM als Ecosysteemontwikkelaar Energie aan de slag ben gegaan. Sindsdien probeer ik ervoor te zorgen dat provincie, gemeenten, ondernemers, kleine en grote bedrijven, bedrijvenclusters en kennisinstellingen zoveel mogelijk op één lijn zitten wat betreft het inrichten van een nieuw energiesysteem.

Ontmoeting met Odd Kvinnen

Bij de reizen die ik vanaf 2010 met Hansa Green Tour organiseerde nam ik altijd een fotograaf en cameraman mee om de netwerktours voor onze deelnemers en eigen gebruik te documenteren. Tot en met de 10e editie in 2019 heeft dat uitstekend gewerkt. Maar na het uitbreken van de pandemie, begin 2020, was het reizen plots voorbij. Ik dacht: stel dat de pandemie een langdurig karakter krijgt en je elkaar niet meer fysiek kunt ontmoeten, hoe kun je dan kennis over duurzaamheid en de energietransitie blijven delen? Eigenlijk is het maken van korte documentaire-achtige films dan de beste oplossing. Die kun je immers online delen.

Het documenteren van onze reizen en evenementen deden we dus al. Maar nooit met het idee om daar korte films van te maken voor bijvoorbeeld televisie of filmfestivals. Tijdens de pandemie ben ik me daar meer in gaan verdiepen en mee gaan oefenen door een paar korte documentaires te maken. Dat ben ik daarna ook blijven doen.

In mijn zoektocht naar interessante mensen en aansprekende projecten ontmoette ik Odd Kvinnen. Al decennia lang woont hij diep in de bergen van Zuid-Noorwegen waar hij een huskyboerderij runt. Hij vertelde dat hij jongeren en ondernemers leert overleven in de natuur, respect te hebben voor die natuur en goed laat nadenken over huidige en toekomstige keuzes. Zijn verhaal sprak mij zo aan dat ik besloot er een korte film over te maken. Before the Oil heet de film die onlangs tijdens het Big Apple filmfestival in New York in première ging en inmiddels al meerdere internationale prijzen heeft gewonnen. Zo ben ik net terug uit Helsinki waar de film tijdens Helsinki Educational Film Festival drie keer werd genomineerd en de best environment educational film award in de wacht sleepte.

Van verleden naar heden

Odd groeide op in het Noorwegen, destijds één van armste landen van Europa, van voor de olievondsten. De tijd voordat er in het land steeds meer waterkrachtcentrales werden gebouwd. Hij bracht mij naar de plek waar zijn ouderlijk huis stond. De woning stond volledig onder water omdat men er tientallen jaren geleden voor koos om in de vallei een dam te bouwen.

Wat ik je zojuist liet zien, vertelde Odd, gaat over vroeger. Laten we het eens doortrekken naar het nu. Kort daarna nam hij mij mee naar een skigebied in het midden van nergens, vlakbij Stavanger, waar luxueuze vakantiehuizen worden gebouwd. Dat zijn er inmiddels al zoveel dat er een windpark moet komen om de woningen van genoeg stroom te kunnen voorzien. Alleen: de huiseigenaren willen dat niet. Want ja, zo’n windpark bederft hun uitzicht. In de kern schetst Odd daarmee het verhaal van de energietransitie: als je de energiebehoefte blijft aanwakkeren, gaat het altijd ten koste van iets. Veelal ten koste van de natuur.

Betaalbaarheid als knelpunt

Dus in hoeverre zijn we bereid te veranderen? Want als we de energietransitie willen versnellen, dan zijn er consequenties aan verbonden. Succes vraagt nu eenmaal offers. Willen we groene waterstof? Dat kan. Maar onder de huidige omstandigheden kan dat zomaar betekenen dat de energiekosten fors hoger uitvallen. Willen we dat betalen? Ik betwijfel het. Dan kom je, naast wet- en regelgeving, meteen op een belangrijk knelpunt van de energietransitie: betaalbaarheid. Je kunt op hoog niveau van alles bedenken, maar uiteindelijk is het vaak de burger die moet betalen.

Als we bedrijven willen helpen verduurzamen geldt nagenoeg hetzelfde. Als het voor hen onbetaalbaar wordt, wordt de energietransitie geen succes. In een goedwerkend ecosysteem moeten we daar met elkaar dus slimme oplossingen voor bedenken. In mijn rol als Ecosysteemontwikkelaar Energie hoop ik daar een steentje aan bij te kunnen dragen.