Blokken met groeidoelen
  • Innoveren

Van eilandjes naar een bloeiend ecosysteem

In een krappe tien jaar tijd is de startup scene in Noord-Nederland uitgegroeid tot een volwaardig en bloeiend ecosysteem. Daar mogen we als nuchtere noorderlingen natuurlijk best trots op terugkijken, maar het is net zo belangrijk om ook vooruit te kijken. Wat is er allemaal nodig voor de volgende stappen? Wat kon minder en wat kan beter? En wie wordt de volgende Catawiki? Marco de Jong, Anne-Wil Lucas, Niels Palmers, Leonie Ebbes en Bertwin Kampman blikken terug en kijken vooruit.

Prins Constantijn noemde haar ooit de ‘mother of startups'. Een passende titel, want Anne-Wil Lucas stond immers aan de wieg van het startupbeleid als Tweede Kamerlid en werkte daarna als programmamanager bij Startup Delta (nu TechLeap). ‘Toen ik Kamerlid werd, was er nauwelijks oog voor startups. Regels en regelgeving werkten vooral in hun nadeel, er waren bijna geen VCs, en banken waren niet op startups ingericht. En in de ogen van de Belastingdienst waren succesvolle startups bijna crimineel, want snel groeien en in korte tijd veel geld verdienen was heel verdacht.’ 

Unieke manier van samenwerken 

‘Maar gelukkig zijn we heel ver gekomen’, vervolgt Lucas. ‘Als ik kijk naar Noord-Nederland, mogen we echt trots zijn op wat we hebben bereikt. Groningen had natuurlijk al goede bouwstenen voor een ecosysteem, maar in Friesland hebben ze met hard werken een goed ecosysteem letterlijk uit de klei getrokken. En onze samenwerking daarin is ook uniek in Nederland, met founders centraal en ego’s op de tweede plek. Daarin zijn we echt een voorbeeld voor de rest van het land. Ook de NOM heeft daarin een ontwikkeling doorgemaakt. Heel eerlijk, ik was destijds erg kritisch, omdat ik vond dat de NOM te weinig aandacht had voor startups. Maar die brug is nu geslagen, er is verjonging en ook wij worden langzaam hip’, grapt ze. 

Die unieke manier van samenwerken is volgens Bertwin Kampman, director van Founded ook essentieel: ‘Toen we in Noord-Nederland begonnen, was het best wel gefragmenteerd allemaal. Er waren al wel veel initiatieven om ondernemers te helpen, maar het waren eilandjes met soms ook veel overlap. Dat maakt het voor ondernemers ook moeilijker, omdat ze niet precies weten bij wie ze nou moeten aankloppen. Dat ze beter weten waar ze moeten zijn, zie ik ook als een van de bestaansrechten van Founded.’ 

Voor Marco de Jong, manager Investeren van de NOM is de noordelijke samenwerking niet alleen uniek op beleidsniveau, maar ook tussen ondernemers zelf. ‘Dat is voor mij destijds de reden geweest om de NOO en de YES op te richten, want je kunt zoveel van elkaar leren. Bedrijven lopen allemaal tegen dezelfde dingen aan, of het nu gaat om arbeidscontracten of de huur van een kantoor, tot regelgeving. De YES en NOO, richten zich vooral op digitale bedrijven, maar kennis delen is net zo relevant voor andere sectoren. We hebben nu hele succesvolle, snelgroeiende scale-ups in de groene chemie en Life Sciences, dus die hebben daar net zoveel baat bij. Bijvoorbeeld kennis delen over de regelgeving bij het bouwen van testfabrieken.’ 

Regie nemen 

‘We hebben een tijdje terug een onderzoek laten uitvoeren om ons ecosysteem goed in kaart te brengen’, zegt Leonie Ebbes, venture developer bij de NOM en community builder bij Founded in Drenthe. ‘Daarin kwam naar voren dat leiderschap een van de belangrijkste dingen was die ontbrak. Want wie neemt nou de regie? Founded speelde daar in het begin al een belangrijke rol in, maar we hebben nu een flinke taak om dat verder goed op te schalen en te schipperen tussen alle belangen.’ 

‘Dat is iets wat we de komende jaren echt moeten gaan laten zien’, zegt Kampman. ‘Maar als we het hebben over leiderschap, dan kan dat niet zonder een belangrijke rol voor ondernemers. Een ecosysteem moet eigenlijk privaat gedreven zijn, dus van en voor ondernemers, waar founders centraal staan. De contouren staan hier nu voor, maar je hebt een paar generaties aan succesvolle bedrijven nodig om ervoor te zorgen dat alle kennis en kunde echt een vliegwiel wordt. Niels Palmers, founder en CEO van de Young Business Award en business developer bij de NOM kan zich daar ook goed in vinden. ‘De overheid is hier eigenlijk te dominant in en je wilt niet dat een ecosysteem uiteindelijk te veel door politieke belangen wordt gedreven. En naast ondernemers zou ook het onderwijs een veel prominentere rol in het ecosysteem moeten spelen door valorisatie vanuit de kennisinstellingen aan te jagen.’ 

Financiering 

Wat betreft het investeringsklimaat ziet De Jong verbeteringen aan de onderkant, maar ook terughoudendheid aan de bovenkant. ‘Wat betreft vroege fase financiering doen we het echt al een stuk beter. Als NOM halen we ook veel meer landelijke en internationale fondsen naar de regio. Banken doen tegenwoordig ook veel meer, zoals innovatiekredieten aanbieden. Maar aan de bovenkant, dus bijvoorbeeld financiering voor scale-ups, zijn fondsen een stuk terughoudender, dus daar moeten we als NOM ook meer tegenover stellen.’ 

Lucas is het daarmee eens: ‘De eerste stap is op orde, maar de stap erna gaat vaak om echt grote bedragen. Zeker voor scale-ups in de chemiesector. Succesvolle bedrijven als Avantium en BioBTX lopen daar nu bijvoorbeeld tegenaan. Ze zijn nu op een punt dat ze grote fabrieken moeten bouwen en los van alleen financiering, is daar ook echt veel extra kennis en kunde voor nodig. Ons ecosysteem is nu volwassen aan het worden, dus daar moeten we nu ook nieuwe stappen in gaan zetten.’ 

We zien dat gemiddeld elke euro die gespendeerd wordt aan valorisatie, zo’n 9 euro oplevert.

- Niels Palmers, NOM

Validatie 

Niet alleen de financiering, maar ook de weg ernaartoe is volgens Ebbes net zo belangrijk. ‘Je ziet startups soms veel te lang aanmodderen, voordat ze beseffen dat ze eigenlijk geen goede business case hebben. En dat is ook een reden waarom zoveel startups falen, omdat hun propositie niet op orde is. Bij de NOM hebben we daarvoor het Investor Readiness Programma opgezet en ik zie dat echt als een cruciaal motorblok voor meer succesvolle startups. Dat maakt startups ook aantrekkelijker voor investeerders, omdat ze hun propositie met data kunnen onderbouwen. 'Het is dan geen natte-vingerwerk meer.’ 

Volgens De Jong mag daar zelfs nog wel een tandje bij. ‘We hebben best goede incubatorprogramma’s in het Noorden. En de samenwerking is super, maar het heeft nog niet de schaal en substantie. Zoiets moet echt veel grootschaliger aangepakt worden, want met kleine klasjes kom je er gewoon niet. Er is dus meer geld nodig voor dit soort programma’s en we moeten zorgen dat iedereen dezelfde methoden hanteert en dezelfde taal spreekt. 

Valorisatie 

Waar volgens De Jong ook nog een flinke tand bij kan, is het aantal startups dat vanuit de Rijksuniversiteit Groningen komt. En natuurlijk vanuit UMCG en andere onderzoeksinstituten zoals Wetsus of Astron. ‘We hebben er al een paar hele mooie, maar het is bij lange na nog niet genoeg. We hebben verdorie een Feringa en top onderzoeksinstituten, dus er is echt nog heel veel ongebruikte potentie. Het nieuwe Future Tech Fund is in ieder geval al een flinke stap in de goede richting, maar er zijn nog grote stappen te zetten op het gebied van valorisatie.’ 

‘Daar mogen zelfs tientallen miljoenen tegenaan gegooid worden’, vindt Palmers. ‘Dat klinkt misschien als een boude bewering, maar we zien dat gemiddeld elke euro die gespendeerd wordt aan valorisatie, doorgaans zo’n 9 euro oplevert. Jaarlijks leveren de technische universiteiten Nederland zo'n 12,7 miljard aan waarde op. We moeten dus veel beter kijken naar hoe ze dat doen in Delft, Twente en Eindhoven en ervoor zorgen dat we niet achterblijven op de rest van het land.’ 

De volgende stappen 

Wat er volgens De Jong ook nog ontbreekt, is een goede broedplaats. ‘In het begin was dat de Mediacentrale, waar ontzettend succesvolle bedrijven vandaan zijn gekomen. Later waren dat het Launch Café en de Big Building. Over een paar jaar moet de Niemeyer fabriek dat stokje overnemen, want het is voor startups ontzettend belangrijk om een betaalbare plek te hebben, met makkers om je heen, waar je van kunt leren.’ 

‘We mogen supertrots zijn op ons ecosysteem, maar het is ook tijd voor de volgende stap’, zegt Lucas. ‘De wensen groeien immers mee met de volwassenheid van het ecosysteem. Het is nu zaak om veel meer kennis, kunde en kapitaal naar de regio te halen voor die volgende stap. En daar moeten we ook de programmering voor ontwikkelen. We zijn nog niet klaar.’ 

Wie wordt de volgende Catawiki? 

Het grootste succesverhaal uit het noordelijke ecosysteem is natuurlijk Catawiki. Maar wie wordt volgens Lucas, de Jong, Ebbes en Palmers de volgende unicorn? Lucas: ‘Avantium was al een fantastisch voorbeeld van een succesvolle startup en is inmiddels uitgegroeid tot een succesvolle scale-up met beursnotering. En wat ze doen heeft ook nog eens ontzettend veel impact. Ik hoop dat ze nog verder gaan uitgroeien tot een wereldwijd succes.’ De Jong: ‘We hebben natuurlijk alleen maar parels in onze portfolio! Maar zonder gekheid, ik denk dat QDI Systems zo’n bedrijf is dat de wereld gaat veroveren en tegelijkertijd de wereld beter gaat maken.’ Palmers en Ebbes: ‘Catawiki komt natuurlijk uit Drenthe, dus wij gaan voor een ander Drents bedrijf. Ferr-Tech is in korte tijd al uitgegroeid tot wereldspeler op het gebied van waterzuivering. Ze hebben al een CES Award in hun broekzak en zijn ook nog eens uitgeroepen tot meest innovatieve mkb van Nederland.’