Aantal zakenmensen met een wereldkaart op de achtergrond
  • Internationaliseren

Internationaal ondernemen: bepakt en bezakt de grens over

Internationaal ondernemen wordt steeds belangrijker voor Noord-Nederland. Om die reden zijn de mogelijkheden voor advies en steun aan ondernemers die de grens over willen uitgebreid. En dat is nodig, want import- en export leveren best wat hobbels op.

Export is essentieel voor het bedrijfsleven. Dik dertig procent van de omzet wordt in het buitenland gemaakt. Internationaal ondernemen levert bijna een derde van het aantal FTE’s op. Voor de industrie zijn de cijfers nog pregnanter. Zo’n zestig procent van het inkomen komt uit het buitenland.

En toch is het geen A-B-C’tje dat ondernemers hun blik over de grenzen richten. Er komt namelijk nogal wat bij kijken, bij het exporteren en importeren. Denk aan andere fiscale wetten, verschillende regelgevingen, maar ook culturele verschillen, subsidiemogelijkheden en meer. Je moet weten wat je doet.

,,Dat is waar wij voor zijn, voor het juiste advies’’, zegt Wessel de Vries van YnBusiness. ,,Wij zijn het Friese ‘loket’ voor ondernemers, onder meer voor als ze de grens over willen. De eerstelijnsteams zijn multidisciplinair en dat maakt het juist zo effectief. Exporteren betekent ook je productie, financiering, management et cetera op orde hebben.’’

Samen met Ik Ben Drents Ondernemer (IBDO) voor Drenthe en GroBusiness voor Groningen is heel Noord-Nederland afgedekt. ,,Het gaat ons om de vraag achter de vraag’’, vervolgt De Vries. ,,We willen weten wat een ondernemer precies van plan is en kunnen zo komen tot de kern van de behoefte.’’

De eerstelijns teams in de drie provincies hebben bakken met kennis, contacten en specialisten in huis. ,,Dat zijn bijna altijd mensen uit het bedrijfsleven die zelf het klappen van de zweep kennen’’, vertelt Han Smidt (IBDO). ,,Het zit soms in kleine dingen. Een voorbeeld? De BTW-aangifte in Duitsland mag je niet op hele euro’s afronden. Doe je dat wel, dan kun je een probleem krijgen. Maar ook BTW-nummers, de unieregeling, allerlei papierwerk dat in andere landen op je af komt. Wij snappen wat er moet gebeuren en kunnen gericht helpen.’’

Dat was al zo, maar die mogelijkheden zijn nog eens extra verruimd nu de eerstelijns teams hangen onder de paraplu van het Trade and Innovate NL (TINL)-netwerk. De NOM is namens het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking uitvoerder van het programma daaromheen. En dat heeft grote voordelen voor Noordelijke ondernemers, zegt Wibo van Wier van de NOM.

,,We zijn ermee aangesloten op een internationaal netwerk. Je moet het zo zien: we vullen de rugzakken van de eerstelijns teams optimaal met nationale en internationale instrumenten. We kennen de financieringsmogelijkheden hier, maar ook in andere landen, we beschikken over veel kennis, ook op basis van cases, en we hebben een enorm netwerk. Daar zijn onder meer tal van ambassades bij aangesloten. Wil je ondernemen in Thailand? Wij hebben het 06-nummer van de business-specialist daar.’’

En het mooie: voor een flinke groep ondernemers zijn die adviesgesprekken gratis. Ze worden betaald door het ministerie van Buitenlandse Zaken, omdat het belang van export en internationale handel groot is voor heel Nederland. Circa 90 maatwerkadviesgesprekken kunnen daarmee jaarlijks gedaan worden in Noord Nederland.

Wessel de Vries adviseert ondernemers snel contact op te nemen. ,,Wij zijn je sparringpartner. Heb je overal aan gedacht? Heb je extra onderzoek nodig naar de mogelijkheden? Moeten we helpen met de wet- en regelgeving? We doen het allemaal.’’

Maar het gaat verder. Ook over de beste manier van verkopen over de grens weten de teams veel. Han Smidt: ,,Internationale Marketing, het zoeken naar lokale partners, dat kunnen we ook. Bovendien weten we of er ergens subsidiepotjes zijn, bijvoorbeeld voor het deelnemen aan beurzen of handelsmissies. We hebben specialisten per sector of thema waar we op terug kunnen vallen. En als we zelf iets niet weten, dan snappen we wie we daar wel voor kunnen bellen. We komen er altijd uit, en dat is in het voordeel van de ondernemers in Noord-Nederland.’’