Errit Bekkering ‘Chemport Europe is een beetje van iedereen’

Errit Bekkering ‘Chemport Europe is een beetje van iedereen’

Business developer Errit Bekkering stond namens de NOM aan de wieg van Chemport Europe. In de jaren daarna ontpopte hij zich als een ware ambassadeur van groene chemie in Noord-Nederland. Per 1 april 2023 neemt hij afscheid. Tijd voor een terugblik op de totstandkoming en de ontwikkeling van het ecosysteem.

Onlangs las hij een treffend citaat: ‘Je moet weggaan als het nog een beetje pijn doet.’ Errit Bekkering kon zich er helemaal in vinden. Een tijdje daarvoor had hij besloten om de NOM na bijna zeventien jaar te verlaten. Per 1 april dit jaar, om precies te zijn. Een afscheid dus met een lichte pijn in het hart. ‘Ik heb bedacht dat ik nu nog de leeftijd heb om iets anders te doen’, zegt hij. ‘Mensen hebben doorgaans spijt van de dingen die ze niet gedaan hebben. Dat wil ik voorkomen, ondanks dat ik het werk nog steeds hartstikke leuk vind. Nee, concrete plannen heb ik niet. Al werkende bij de NOM krijg ik dat niet goed verzonnen.’

Als business developer richtte Errit zich de afgelopen jaren voornamelijk op nieuwe toepassingen van agro-grondstoffen en de versterking en vergroening van de chemische industrie. Zo was hij vanaf het allereerste moment betrokken bij Chemport Europe. ‘Een aantrekkelijk ecosysteem voor groene chemie in Noord-Nederland’, zoals Errit het samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden kernachtig omschrijft. De ambitie is groot. Chemport Europe wil de voorsprong van de noordelijke chemiesector niet alleen uitbouwen, maar in 2030 zelfs koploper op het gebied van groene chemie in Europa zijn. ‘Vanuit dat streven zijn we destijds niet gestart hoor’, glimlacht hij. ‘Het is gaandeweg zo gegroeid.’

Het begin

Laten we daarom bij het begin beginnen. Het initiatief voor wat later Chemport Europe zou gaan heten werd in de loop van 2014 genomen door Groningen Seaports en de NOM. Met op de achtergrond een belangrijke rol voor de provincie Groningen. Het was een tijd waarin het de noordelijke chemiebedrijven nu niet bepaald voor de wind ging. Ingegeven door hoge energieprijzen, een gebrek aan investeringen en concurrentie van elders, vooral van groeimarkten als China, India en Brazilië.

‘Het zat hier behoorlijk op slot’, blikt Errit terug. ‘Er moest gewoon wat gebeuren. Niet voor niets had de commissie Willems, een werkgroep onder leiding van voormalig Shell-topman Rein Willems, in het voorjaar van 2014 een actieplan opgesteld om de economische structuur van het chemiecluster Eemsdelta te versterken. De commissie had onder meer geconcludeerd dat in het vergroenen van de chemie voor de regio de grootste groeikansen lagen. Voor de provincie reden om de NOM en Groningen Seaports te vragen een acquisitieplan te bedenken en uit te voeren.’

Londen

Korte tijd later stapte Errit samen met Henri Kats, Business Manager bij Groningen Seaports, in het vliegtuig naar Londen. Op weg naar een afspraak met een internationale consultant. ‘Een sterke propositie is essentieel om succesvol acquisitie te kunnen doen’, licht Errit toe. ‘Dat wilden we dus meteen goed aanpakken. Vandaar dat we een consultant hebben gevraagd om ons in de eerste fase te ondersteunen bij het scherp krijgen van de propositie.’

Al snel was duidelijk dat er breder moest worden gekeken dan alleen het chemiecluster in Delfzijl. Ook het cluster in Emmen, gespecialiseerd in het produceren van polymeren en materialen, speelt in de noordelijke chemiesector immers een grote rol van betekenis. ‘Tegelijkertijd is er een aansprekend kenniscluster met een universiteit en hogescholen waar op het gebied van chemie, en het vergoenen daarvan, veel inhoudelijke kennis en talent aanwezig is’, onderstreept Errit. ‘En niet te vergeten een agrarisch achterland met onder meer suikerbieten, een belangrijke bron voor biogrondstoffen, en een haven om relevante grondstoffen te importeren. Daarnaast biedt de ligging aan zee volop mogelijkheden voor het opwekken van groene energie. Voor het elektrificeren van processen dus, voor de industrie veelal de eerste stap in de verduurzaming.’

Organisch gegroeid

Inderdaad, als je al die elementen bij elkaar optelt heb je als regio een sterke propositie in handen. Zeker nadat in 2015 tijdens de klimaattop in Parijs werd afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 55% minder broeikassen moet uitstoten en in 2050 klimaatneutraal wil zijn. Maar met alleen een krachtige propositie ben je er nog niet, wist Errit. ‘Je verhaal moet niet alleen inhoudelijk kloppen, maar ook overtuigend in de markt worden gezet. We hebben daarom een communicatiebureau in de arm genomen om de propositie een beetje smoel te geven. Daar is onder meer de naam Chemport Europe uit voortgekomen. Er is bewust gekozen voor een neutrale naam. Dus niks over groen of biobased. Met het idee dat die termen op termijn sowieso gaan verdwijnen. Simpelweg omdat straks alle chemie, als we het goed doen, groen is.’

Begin 2017 werd Chemport Europe officieel gelanceerd. Errit is tevreden over hoe het ecosysteem zich tot dusver heeft ontwikkeld. Aan alles is te merken, zegt hij, dat de propositie klopt en dat het samenwerkingsverband werkt. ‘Chemport is langzaam, stap voor stap, gegroeid. Heel organisch, zoals altijd het geval is bij een ecosysteem. Bovendien is er in en rondom de noordelijke chemiesector nauwelijks sprake van tegengestelde belangen. Onderlinge concurrentie is slechts in beperkte mate aanwezig. Dat maakt het realiseren van samenwerkingen een stuk eenvoudiger. Er is, kortom, een gedeelde ambitie. Je ziet dat de naam steeds vaker door de verschillende partijen wordt gebruikt. Chemport Europe is een beetje van iedereen. Uiteindelijk zijn het de bedrijven die de grootste impact hebben. Zij doen de investeringen en nemen het risico. Als NOM kunnen we helpen om het ecosysteem verder op de kaart te zetten, om keuzes te maken en ervoor zorgen dat overheden op één lijn zitten. Onze rol is dus vooral faciliterend.’

Noordelijke dekking

Eind 2020 traden ook de provincie Fryslân en de gemeente Heerenveen toe tot Chemport Europe. En dus is de noordelijke dekking compleet en wordt de internationale positie van het ecosysteem tegelijkertijd versterkt met vooral expertise rondom recycling en circulaire plastics. ‘In de beginjaren lag de focus van grotendeels op biobased materialen’, vertelt Errit. ‘In de loop der tijd is daar recycling bijgekomen. Dus wat dat betreft is de recente Friese inbreng een logische en welkome aanvulling.’

Minstens zo blij is hij met de manier waarop de bedrijven en de hogescholen, MBO’s en universiteit met elkaar samenwerken. Vragen vanuit de industrie worden snel door de kennisinstellingen opgepakt en andersom worden bedrijven voorzien van waardevolle input voor verbeteringen en vernieuwingen. ‘Binnen de onderwijsinstellingen is daarnaast een aantal programma’s ontwikkeld dat heel goed aansluit op waar we binnen Chemport Europe mee bezig zijn’, benadrukt Errit. ‘Denk aan het SPRONG-consortium Verduurzaming van de chemie, een samenwerking tussen de Hanzehogeschool, NHL Stenden, Zuyd Hogeschool en de RUG. Door de positie van praktijkgericht onderzoek te versterken wil het programma bijdragen aan talentontwikkeling en het bevorderen van de transitie naar groene chemie.’

Trots

Het jaar 2030 komt langzaam dichterbij. Is Chemport Europe op koers om straks ook daadwerkelijk Europees koploper in groene chemie te zijn? ‘Het gaat nog te langzaam’, bekent Errit. ‘Dat heeft deels te maken met factoren die buiten onze macht liggen. Veel hangt af van wat de CO2-prijs doet en hoe de Europese regelgeving eruit gaat zien. Uiteindelijk is dat bepalend voor wanneer en waarin bedrijven gaan investeren. Bovendien is de footprint van de chemie in Nederland een moeilijke. Het gaat over ruimte, water, stikstof, CO2 en andere uitstoot. Het is passen en meten bij alles wat je doet. Het wordt, met andere woorden, heel spannend. Maar één ding is zeker: we hebben in de regio met Chemport Europe gezamenlijk flinke stappen gemaakt in de verduurzaming van de chemie. Alles wijst erop dat het de komende jaren niet anders zal zijn. Ik neem dan ook met een goed en trots gevoel afscheid.’