Samen het veelkoppige CO2-monster te lijf
  • Energie
  • Innoveren

Samen het veelkoppige CO2-monster te lijf

Van het gas af, CO2-neutraal worden, uit de pan gierende prijzen weerstaan. Je zult maar actief zijn in de energie-intensieve industrie. Dan heb je uitdagingen die je boven het hoofd groeien. Samenwerken dus! Dat is precies waarom Industriecluster Oost-Groningen bestaat.

Zeven fabrieken, verspreid over een flink gebied. Met elk hun eigen markten, eigen systemen, eigen processen, eigen producten en diensten, eigen manier van werken. Het meeste is eigen, eerlijk gezegd. Maar ze hebben wel een gemeenschappelijke uitdaging, en niet zo’n kleine ook: al die energie die ze verbruiken, moet over een tijdje CO2-neutraal zijn. Alle zeven hebben de fabrieken te maken met energieslurpende warmteprocessen, om het nog wat lastiger te maken.

Aan de bekende Klimaattafels, die sinds 2018 meedachten over hoe de klimaatdoelen te behalen zijn, werd er al flink over gesproken. Vooral door de grote, bestaande industrieclusters in Nederland. Maar hoe zit het dan met de productiebedrijven die niet op één terrein liggen? Zoals Nedmag in Veendam, Solidus Solutions in onder meer Bad Nieuweschans en Oude Pekela, Steenindustrie Strating in Oude Pekela, Avebe in onder meer Ter Apelkanaal en Gasselternijveen, Eska in Midden-Groningen, Kisuma Chemicals in Veendam, Smurfit Kappa in Nieuwe Pekela. Stuk voor stuk grote energieverbruikers die serieus aan de bak moeten.

‘Bedrijven die op hetzelfde industrieterrein zitten, werken bijna als vanzelfsprekend samen in vraagstukken als dit’, vertelt Hans Bakker. Hij is door de zeven bedrijven aangesteld als kwartiermaker, als adviseur, als voorzitter van het overleg, als aanjager van oplossingen. ‘De energietransitie is te groot voor elk individueel bedrijf om alleen aan te pakken. Dan kun je  beter samenwerken. Om kennis te delen en ideeën uit te wisselen, maar ook om een vuist te kunnen maken, om een interessante gesprekspartner te zijn voor overheden en netbeheerders, voor energiebedrijven, en zeker ook voor nieuwe toetreders op de duurzame energiemarkt. De recente berichtgeving van VoltH2 over het bouwen van een electrolyzer in Delfzijl voor de productie van groene waterstof is daar een voorbeeld van.’

We willen versnellen

Natuurlijk werken de zeven bedrijven los van elkaar al jaren aan verduurzaming. Zuiniger omspringen met energie, betere installaties en productielijnen, daar is iedereen druk mee. ‘Maar dit gaat wel verder’, vertelt Geert Jan Strating van de gelijknamige steenfabriek in Oude Pekela. ‘Dit is een volledige verandering van het systeem. De manier waarop het geregeld was, gaat op de schop. Aardgas stroomt nu bij wijze van spreken tot ieders voordeur, maar daar komt een eind aan. En wat we er precies voor in de plaats krijgen, is nog onduidelijk.’

Achteroverleunen en afwachten tot duidelijk is hoe het verder moet, is een slecht idee. Beter kies je de aanval. In het geval van de samenwerkende bedrijven in Oost-Groningen betekent dat: nadenken over de beste oplossingsrichtingen, meepraten met overheden, met netbeheerders, met energiebedrijven, met omwonenden, met experts, met hele netwerken en ecosystemen. Dat lukt samen natuurlijk beter.

‘We willen niet alleen nadenken en overleggen. We willen het proces van verduurzaming echt versnellen’, zegt Bakker. ‘Dat betekent dat we dingen aan het uitproberen zijn of daarmee snel gaan beginnen. Bijmengen van groene waterstof bijvoorbeeld. We bekijken of we hier samen kunnen werken met marktpartijen die plannen hebben voor kleinere schaal elektrolyzers die we kunnen inzetten voor de regionale productie van waterstof. En zo passeren meer mogelijke oplossingen de revue. Wij staan op het standpunt dat we beter nu kleinschalig kunnen beginnen dan afwachten tot de grote oplossingen van boven komen. We kijken op een nieuwe, regionale manier naar de oude businesscase en hebben daardoor de kans een gidsfunctie te vervullen.’

Van eigen kracht uitgaan

Bakker bedoelt daarmee dat de uitdaging niet alleen aangevlogen wordt via de lijnen van de oude infrastructuur. Nee, de doelen worden ontrafeld, de mogelijkheden bekeken en stappen gezet. En zo wordt het Industriecluster Oost-Groningen een interessante partij voor ondernemers die zich bezighouden met de energietransitie. Met waterstof bijvoorbeeld, of elektrificering, of minder bekende technieken. Welke het ook wordt: op de bedrijven komen forse investeringen af. Verkeerd gokken is een slecht idee. Daarom is samen tot conclusies komen beter, net als continu op de hoogte blijven van de ontwikkelingen.

Bert Bodewes is als CSR-manager belast met het energievraagstuk bij kartonfabriek Eska. ‘Ik vind het sterk dat we nu hebben besloten vooral naar onze eigen krachten te kijken. Welke rol kan ík spelen in het oplossen van de puzzel? We leren van elkaar en kunnen elkaar versterken. Hier en daar is het misschien zelfs mogelijk van elkaars warmte gebruik te maken.’

Samen het veelkoppige CO2-monster te lijf Van het gas af, CO2-neutraal worden, uit de pan gierende prijzen weerstaan. Je zult maar actief zijn in de energie-intensieve industrie. Dan heb je uitdagingen die je boven het hoofd groeien. Samenwerken dus! Dat is precies waarom Industriecluster Oost-Groningen bestaat. Dat is in wezen het tweede spoor. Het eerste gaat veel meer over het betrekken van alle partijen die met energie bezig zijn. Bodewes: ‘Kijk, voor clusters zoals in Delfzijl en Emmen is het voor de hand liggend dat ze met Enexis en Gasunie om tafel zitten. Dat geldt natuurlijk niet voor individuele bedrijven in het gebied ertussenin. Maar samen krijgen we dat wel voor elkaar. En dat vergroot de mogelijkheden op de route naar CO2-neutraal. Het biedt ons ook de kans te acteren in de discussie in plaats van af te wachten wat er op ons af komt.’

Samen het veelkoppige CO2-monster te lijf

Industriecluster Oost-Groningen (zeven bedrijven werken samen aan de energietransitie)

Stijgende prijzen zijn incident

En dan moeten de zeven partijen er uithalen wat hen verder brengt. En dat hoeft zeker niet voor allemaal hetzelfde te zijn. Waar de meeste van de bedrijven vooral op zoek zijn naar warmte, hebben Nedmag en ook Steenindustrie Strating behoefte aan vuur in hun productieproces. Strating: ‘Dat maakt het iets gecompliceerder. Om de goede kleur en kwaliteit te krijgen, hebben we een vlam nodig. Alleen hitte is niet genoeg. Voor ons werkt elektrificatie dus niet.’

Dat legt bloot dat er geen simpel alternatief is voor de perfecte infrastructuur van aardgas die we nu hebben. Groene waterstof lijkt geen onlogische kandidaat, maar dan moet er wel veel meer van gemaakt worden. Als industrie zijn we denk ik best bereid om leidingen te laten aanleggen, maar dan moeten we wel weten wat erdoorheen gaat stromen. Dat is typisch waarom zo’n cluster zin heeft. We zitten vroeg aan tafel, horen nog eens wat en kunnen meepraten.’

Met de energieprijzen die de laatste maanden nogal in de lift zaten, lijkt de urgentie om over te schakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen extra evident. ‘Tja, dat geldt voor huishoudens, maar minder voor de industrie. In je planning moet je niet reageren op basis van incidenten. En zo noem ik de prijzen toch maar. Wat erger is dan de hoge prijzen, is de concurrentiepositie in de wereld. De VS produceert zelf olie en gas, dus is de energiecomponent in de kosten daar kleiner.’

Bij Strating maakt energie historisch gezien een procent of twintig uit van de kosten. ‘Dat schommelt wat. Eind jaren tachtig was het percentage ook heel hoog, daarna werd dat wat minder, tot nu. Ja, ik moet wel zeggen: als het vaste deel van ons energiecontract in deze omstandigheden afloopt, dan krijgen we best een klap te verwerken. Maar nu reageren lukt eigenlijk nog niet. Stroom is ook duur, goede alternatieven zijn er niet genoeg. Als de energieprijzen te hoog worden en we kunnen de kosten niet doorberekenen, dan wordt het gewoon krapper. En dan zou het best kunnen dat we wat klem komen te zitten tussen de hoge kosten voor oude energie en het gebrek aan investeringsruimte voor nieuwe technieken. Ik hoop dat het zo ver niet komt.’

In ieder geval is het zo dat de terugverdientijd van duurzame energievormen snel korter wordt. Hans Bakker denkt dat om die reden de stijgende prijzen van fossiele brandstoffen een goede stimulans zijn. ‘Het zijn roerige tijden voor de bedrijven in deze transitie, maar de oplossing komt wel dichterbij’.