Converteerbare leningen: goed idee in vroege fase, maar let wel op!
  • Investeren

Converteerbare leningen: goed idee in vroege fase, maar let wel op!

Voor startups die net lekker aan de gang zijn, kan een converteerbare lening een heel welkome geldinjectie betekenen. De NOM is één van de investeringspartijen die haar in het aanbodpakket hebben. Zo’n convertible zit eigenlijk tussen een lening en aandelenkapitaal in.

NOM Webinar - Starten en groeien met een converteerbare leningJe hebt een goed idee, besluit een onderneming te stichten, en hebt nu kapitaal nodig om de groei in te zetten. Wat doe je dan? Je sluit een lening af, of geeft aandelen uit aan een investeerder. Vaak genoeg lukt dat allebei niet. De jonge startup heeft te weinig cashflow om voor een lening in aanmerking te komen, het waarderen van aandelen is in die vroege fase nagenoeg onmogelijk.

Dat is een situatie waarin een derde mogelijkheid om de hoek komt kijken: de converteerbare lening. Die lijkt op een gewone lening, inclusief afgesproken rentepercentage en aflossingsregels. Verschil is dat die betalingsverplichtingen meestal tijdelijk worden opgeschort, om de startup de kans te geven aan een structurele cashflow te werken.

Convertible

En het belangrijkste verschil met een gewone lening: bij zo’n convertible wordt afgesproken dat de leningverstrekker op een bepaald moment de lening kan omzetten in aandelenkapitaal. Dat bepaalde moment kan een nieuwe investeringsronde zijn, een exit, een andere mijlpaal, of gewoon een van tevoren afgesproken datum.

Voor de founder kan zo’n converteerbare lening een prima idee zijn. Geld om de startup op te bouwen is aanwezig, terwijl direct rente betalen en schuld aflossen nog niet hoeven. Dat geeft ruimte om te ondernemen. Toch moet je als (beginnend) ondernemer goed nadenken over de gevolgen op de iets langere termijn. De verstrekker van de lening neemt namelijk extra veel risico en wil daar wel een compensatie voor zien.

Die zit hem vooral in het omzetten van het leningbedrag in een deel van de aandelen van de startup. Op het moment van conversie wordt de waarde van het bedrijf bepaald en krijgt de investeerder een aandeel ter hoogte van de verstrekte lening. Hoe hoger de bedrijfswaarde kortom, des te kleiner het aandeel.

Let op de voorwaarden

Voor de founder is het zaak bij de totstandkoming van zo’n converteerbare lening heel goed te letten op de afgesproken spelregels. De looptijd van de lening bepaalt hoe snel de startup moet beschikken over een gedegen cashflow. Immers: hoe korter de looptijd, des te korter de vrijstelling van rente en aflossing. Ook die aflossingsvrije periode is daarom iets om scherp in de gaten te houden. Tegen die tijd moet in de cashflow rekening worden gehouden met aflossing en rentebetaling, tenzij er geconverteerd wordt.

Verstrekkers van converteerbare leningen vragen regelmatig korting op de aandelenprijs die geldt op het moment van conversie. Dat moet gezien worden als risicocompensatie. Nog zoiets om in de gaten te houden is of er sprake is van zogeheten opgerolde rente. In dat geval krijgt de founder weliswaar uitstel van rentebetalingen, maar komt die uitgestelde rente als extra bovenop het af te lossen bedrag. Vanwege de stapeling van rente wordt dat deel steeds groter. Opletten dus.

De NOM is er geen fan van, maar andere investeerders (zoals angel investors in de VS) zijn er dol op: een valuation cap. In dat geval wordt vooraf bepaald wat de maximale waarde van het bedrijf zal zijn. Bij een sneller dan verwachte waardegroei van de startup wordt het leningbedrag als gevolg geconverteerd in een veel groter belang dan zonder zo’n cap. De investeerder garandeert hiermee een minimaal aandelenbelang. Opnieuw, opletten.

NOM doet mee

Een voorbeeld: je hebt met je startup een converteerbare lening van 250.000 aangetrokken. Na een tijd is het tijd om te converteren, op een moment dat de waarde van je startup op 2 miljoen euro is bepaald. Er staan honderd duizend aandelen uit met een prijs van 20 euro per aandeel. Stel dat er door de investeerder een valuation cap van 1 miljoen euro onderhandeld is. Dit betekent dat de leningverstrekker voor een aandeel 10 euro betaalt. De lening converteert tegen deze prijs, er worden 25.000 nieuwe aandelen uitgegeven. De leningverstrekker verwerft hiermee een belang van 20% (25.000 / 125.000).

En de NOM? Die verstrekt achtergestelde leningen, investeert in ruil voor aandelen, en vertrekt ook converteerbare leningen. Daarmee nemen we risico door startups in de vroege fase te ondersteunen. De waarderingsdiscussie wordt verder vooruitgeschoven. Het investeringsproces verloopt daardoor een stuk vlotter dan bij een aandelenparticipatie, goed voor NOM en startup. De NOM vraagt wel altijd een korting op de aandelenprijs.

Een converteerbare lening kan kortom een prima idee zijn voor een founder die zoekt naar groeigeld en er alle vertrouwen in heeft dat de cashflow snel op gang komt. Voor een investeerder geldt in wezen hetzelfde. Die geeft de startup wat meer ruimte om zijn belofte in te lossen en verzekert zich daarna van een belang in het prille bedrijf, nog afgezien van het rendement op de rente van de lening.