Butter Bridge wil kritieke materialen terugwinnen uit industriële reststromen. Het bleek lastig om het verhaal van de startup helder over te brengen op investeerders. Het Investor Readiness Program (IRP) moest uitkomst brengen. ‘Onze pitch is vrij hardhandig aangepast.’
Het is een zonnige ochtend in augustus als Steef Steeneken en Harmen Oterdoom in een kantoor op industrieterrein Oosterhorn, ten zuidoosten van Delfzijl, zitten. De ruimte heeft iets provisorisch, zoals je vaker ziet bij startups. 'Dit is een beetje ons thuishonk geworden', glimlachen de oprichters van Butter Bridge. Nog wel, want binnenkort gaan ze verhuizen.
'We vestigen ons straks in het Chemport Innovation Centre', vertelt Steef. 'Dat was al vanaf het begin één van onze wensen. Omdat je daar met meerdere innovatieve partijen bij elkaar zit. Bovendien is de regio gunstig voor onze activiteiten. Je hebt de havenaansluiting en ook bevind je je in de directe nabijheid van partijen die veel kennis hebben van hoog temperatuur processen. En dat is precies waar wij ons met Butter Bridge ook mee bezighouden: het recyclen van kritische grondstoffen met behulp van hoge temperaturen en groene stroom.’
Meer concreet: Butter Bridge wil waardevolle metalen als koper, nikkel en zink terughalen uit industrieel afval dat Nederland normaal gesproken exporteert. Deze reststromen belanden nu veelal in containers naar landen als India en Vietnam, waar ze onder slechte omstandigheden worden verwerkt’, licht Harmen toe. ‘Vervolgens koopt Europa dezelfde materialen weer terug van China en Rusland. Een bizarre situatie, natuurlijk.’
De startup wil deze kringloop doorbreken met elektrische ovens die tot 2000 graden Celsius kunnen worden verhit. Het slimme zit vooral in de aanpak: verschillende soorten industrieel afval achter elkaar verwerken in dezelfde installatie. Elke individuele afvalstroom is te klein om er een hele commerciële fabriek voor te bouwen, maar door ze te combineren wordt het wel rendabel.
Om hun plannen te verwezenlijken is logischerwijs financiering nodig. Het aantrekken van investeerders bleek echter uitdagender dan verwacht. 'In je enthousiasme loop je overal snel naar binnen', erkent Harmen. 'Maar je staat net zo snel weer buiten. Aanvankelijk wilden we meteen een commerciële fabriek bouwen, maar investeerders vonden ons verhaal te complex en onze plannen te kapitaalintensief.’
De les was duidelijk: eerst bewijzen dat het werkt, dan pas opschalen. Een stap terugdoen dus en met een Proof of Concept installatie laten zien dat ze het voor elkaar kunnen krijgen. Maar toch: het maakt het verhaal van Butter Bridge misschien wel begrijpelijker, maar nog niet per se aantrekkelijker voor investeerders die doorgaans kortere ontwikkeltijden, lagere initiële investeringen en een snellere return on investment prefereren.
Hoe verder? Die uitdaging bracht Steef en Harmen uiteindelijk bij het Investor Readiness Program (IRP) van de NOM. Het IRP is een op maat gemaakt programma voor startup-founders die willen leren hoe ze succesvol investeerders kunnen aantrekken. Het helpt hen onder andere om de dynamiek van het investeringsproces te doorgronden en hun verhaal daar beter op af te stemmen.
‘Voor ons was het vooral belangrijk om de taal van investeerders te leren begrijpen’, vertelt Harmen over de reden om aan het IRP deel te nemen. ’Als je daar niet dagelijks mee bezig bent, is dat soms abracadabra als je met elkaar in gesprek bent. We hoeven echt geen financieel expert te worden, maar we willen wel weten waar het over gaat. Het is net als zakendoen met Fransen. Het is makkelijker als je een beetje Frans spreekt. Je moet gewoon je best doen om met hen te communiceren en te laten zien dat jij hen wilt begrijpen.'
Harmen en Steef kennen elkaar van de toenmalige studie Mijnbouwkunde en Petroleumwinning aan de TU Delft. Het contact is altijd gebleven, ondanks verschillende carrièrepaden in de wereld van de metallurgie.
‘We waren beiden al vanaf het begin van onze loopbaan flink gefrustreerd geraakt door het feit dat wij in Europa industrieel afval wegschuiven naar landen met slechtere arbeids- en milieuomstandigheden’, betoogt Steef. ‘Terwijl we zelf een luxe levensstijl handhaven. In de jaren 80 en 90 was : doe die kleine processen maar weg, dan hebben we dat gezeik niet. Nu is het de hele dag cherry picking. Die reststroom wel, daar een beetje van en die niet. Alleen: die luxe hebben we niet meer.'
Die frustratie was een voorname drijfveer achter het oprichten van Butter Bridge. Daar komt bij: de huidige wereldpolitieke ontwikkelingen maken het steeds belangrijker om voor kritieke metalen minder afhankelijk te worden van Rusland en China.
Toch bleek het dus niet eenvoudig om investeerders te overtuigen. Vooral omdat het technische concept vaak lastig te doorgronden was voor niet-techneuten. Het IRP bracht Harmen en Steef terug naar de basis: hoe vertel je je verhaal zo dat investeerders het begrijpen?
Inmiddels hebben ze het hele programma doorlopen. Wat heeft het hen tot dusver gebracht? ‘Het IRP heeft mij geleerd dat je het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden’, zegt Harmen. ‘Overal waar je tegenaan loopt denk je vaak: wat overkomt mij nu? Maar tijdens gesprekken met de andere deelnemers kom je er snel achter dat jouw problemen niet uniek zijn. Founders staan vaak voor dezelfde uitdagingen. Tegelijkertijd leer je hulp te vragen en te accepteren. Je hoeft het niet alleen te doen. Met andere woorden: je moet open blijven staan voor feedback en de input van anderen.’
En dan het verhaal van Butter Bridge richting investeerders, in hoeverre is dat sinds het IRP gewijzigd? Behoorlijk, zo blijkt. ‘Leonie Ebbes, business developer van de NOM, heeft ons daarom enorm mee geholpen’, geeft Steef aan. ‘Net zo lang tot ze het zelf helemaal snapte. Ja, onze pitch is vrij hardhandig aangepast. Het heeft ertoe geleid dat wij ook onze uitdagingen nu beter en toegankelijker kunnen verwoorden. Ik ben ervan overtuigd dat we door onze deelname aan het IRP eenvoudiger bij investeerders aan tafel komen. Het laat immers zien dat je bereid bent om te leren en te luisteren. Investeerders hebben geen zin in founders die koppig hun eigen gang gaan en het telkens beter denken te weten.’
Afgelopen maart, kort voor de start van het IRP, kreeg Butter Bridge de beschikking over een elektrische Proof of Concept oven. Met de installatie, door Steef en Harmen zelf samengesteld, wil het bedrijf na de verhuizing beginnen met het op pilotschaal terugwinnen van kritieke materialen uit industriële residustromen.
‘De financiering blijft natuurlijk een ding’, stelt Harmen. ‘We zijn echt op zoek naar lange termijn investeerders die onze industrie snappen. Momenteel zijn we druk in de weer om een RVO subsidie toegekend te krijgen. Als het lukt, is de kans groot dat er ook snel een cofinanciering volgt. Lukt de subsidie niet, dan blijven we gas geven en hopen dat iemand op onze trein springt.’
Deze cookies zorgen ervoor dat deze website naar behoren functioneert. Ook houden we met deze cookies anoniem website statistieken bij. Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn, kunt u ze niet weigeren zonder de werking van de website te beïnvloeden. U kunt deze cookies blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen, zoals beschreven in ons privacy statement.
Deze cookies verzamelen informatie die wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn. Ook helpen deze cookies ons om deze website aan te passen en zo uw gebruikservaring te kunnen verbeteren.
Met deze cookies kan uw surfgedrag worden gemonitord door advertentienetwerken waardoor we advertenties kunnen tonen op basis van uw interesses en surfgedrag. Ook voeren deze cookies functies uit waarmee onder andere wordt voorkomen dat dezelfde advertentie voortdurend verschijnt.