WhatsApp Image 2021 12 06 At 07.55.18 BW
  • Drijfveren

Wilbert van de Kamp kiest voor rust om te doen waar hij écht gelukkig van wordt

Drijfveren zijn de werkelijke motor achter groei en ontwikkeling, maar in hoeverre zijn bedrijven in Noord-Nederland daar bewust
mee bezig? En hoe pakken ze dat aan? NOM is nieuwsgierig en interviewt voor deze rubriek organisaties die hun beweegredenen
actief onderzoeken.

‘Leuk dat de NOM het over anti-kapitalisme wil hebben’, reageert Wilbert van de Kamp bij het maken van de afspraak voor een interview over zijn drijfveren. ‘Vind ik ook’, want dit thema is onontkoombaar, weet iedereen die Van de Kamp een klein beetje volgt. Wat niet iedereen weet, is hoe hij een half jaar geleden een burn-out kreeg en min of meer gedwongen de tijd nam om zijn drijfveren te onderzoeken. Na een maand helemaal alleen op de Veluwe, zonder social media, gooide hij zijn roer vervolgens radicaal om.

Ontwennen en deconstrueren

‘In dat bos wilde ik ontwennen aan dingen moeten en wennen aan niks doen. Ik geloof dat verandering niet voorkomt uit dingen anders doen, maar uit dingen deconstrueren. Niet een andere man willen worden, maar wel een giftig aspect willen afpellen en uitbannen’, legt Van de Kamp uit. ‘Eigenlijk deed ik veel te veel, ik was continu bezig met dingen creëren. Omapost, de talkshow ‘Linkse mannen lossen het op’, op een gegeven moment liepen er vijftien projecten en had ik een assistent om alles te kunnen bolwerken. Plus een prachtig huis aan de singels van 1.100 euro per maand waar ik nooit iemand uitnodigde, omdat ik daar geen tijd voor had. De zucht naar status, geld, roem: alles heb ik in het bos van Vierhouten van me af laten glijden. Op zoek naar wat ik nou echt wilde. En waar mijn frustratie vandaan kwam, want dat zat me in de weg.’

Rust in Hornhuizen

Die deconstructie hielp. Hij kwam terug in Groningen, zegde zijn huur op, vertrok naar een klein huisje in een tuin in Hornhuizen en pakte niet zijn eerdere werkzaamheden op, maar stortte zich op Wongema. ‘Ik was vergeten hoeveel rust het platteland me geeft tegenover de voortdurende prikkels in de stad. Dat heb ik echt nodig.” Van 100 m2 naar 30 m2, maar eigenlijk dus veel meer ruimte. Van de Kamp: ‘Wat ik in ben gaan zien, is dat ik heel veel dingen deed die een oplossing voor een probleem leken, maar dat eigenlijk niet waren. Daar zien we eigenlijk steeds meer voorbeelden van. Waarom hebben we een flitsbezorgservice nodig? Omdat we spullen vergeten te kopen in de supermarkt? Of omdat we het makkelijker vinden om geen contact te hebben met andere mensen? Dan moeten we gaan nadenken over hoe het kan dat we dat vergeten.’ Naar eigen zeggen heeft hij nu geleerd vaker geduldig te zijn en af te wachten, in plaats van gelijk
ergens bovenop te springen of op te willen lossen. Dat helpt ook zijn vroegere frustratie te sussen: ‘Uiteindelijk merkte ik dat ik heel veel werk deed ter compensatie van mensen die nalaten hun werk te doen. Neem Omapost: door een kaartje te sturen naar een eenzame oudere, vind ik dat ik bijdraag aan de oplossing van die eenzaamheid. Maar als ik eerlijk ben, zou juist die eenzaamheid aangepakt moeten worden. Daarin zijn we nog steeds afhankelijk van de overheid en de politiek. En die doen dat niet, want daar zit veel te veel middelmatigheid en werken veel te veel mensen die hun eigen drijfveren vertalen naar een groot huis, grote auto, mooie vakantie en naar status.’

Kleine dingen heel erg goed doen

De ambitie om dingen in de wereld te willen veranderen, is er nog steeds. Alleen de schaal en de manier waarop, is veranderd. ‘In plaats van groot, groter, grootst, focus ik me nu op kleine dingen en die dan heel erg goed doen.’ Bijvoorbeeld in Wongema: een plek om te werken, te eten, te slapen, te leven en te leren in het mooie Hornhuizen. Een plek die in leven wordt gehouden door Van de Kamp, maar vooral door het dorp en het collectief achter Wongema. ‘Het is niet moeilijk een plek als deze te onderhouden als geld niet belangrijk is. We ruilen heel veel diensten uit, we kopen vrijwel alles lokaal, als er een grote afwas staat stuur ik een berichtje in de appgroep en staat er gelijk iemand uit het dorp om te helpen. Belangrijkste reden waarom Wongema werkt, is omdat er geen verdienmodel is. Economie doet er niet toe hier. In die zin heb ik me in het afgelopen jaar aan veel dingen onttrokken. Behalve aan wat ik het liefste doe: ontmoetingen tussen mensen tot stand laten komen zodat er mooie dingen ontstaan. In Wongema, maar ook daarbuiten. Ook ben ik gaan beseffen dat je de dingen die je doet voor jezelf moet doen. En dus niet voor anderen of voor status of voor roem. Dat vraagt wel dat je goed moet voelen wat je dan wil, waar je dan gelukkig van wordt. Daar besteed ik dus veel meer aandacht aan.’

Gesprekje voor gesprekje

Om te veranderen, zowel op individueel niveau als op systeemniveau, kunnen kleine stapjes ook of zelfs juíst werken, heeft van de Kamp ontdekt. ‘Bij Wongema gaat dat nu lampje voor lampje, aardappeltje voor aardappeltje, gesprekje voor gesprekje. En ik ben niet roomser dan de Paus, natuurlijk heb ik nog steeds een ego en zit ik vol met paradoxale keuzes waar men iets van kan vinden. Maar dat geeft niet. Zolang ik het zelf maar snap. In die zin ben ik milder dan een paar jaar geleden. De oneerlijkheid die ik zie, valt te wijten aan een systeem, niet aan individuen binnen dat systeem. Al zijn wij met z’n allen uiteindelijk wel de sleutel tot verandering. Maar dat mag dus stapje voor stapje zodat we het probleem dat we hebben, kunnen oplossen. En dat probleem is inderdaad nog steeds kapitalisme’, lacht Van de Kamp.