Nieuwe collega’s voelen zich welkom bij de NOM
  • Werken bij de NOM

Nieuwe collega’s voelen zich welkom bij de NOM

De NOM werkt actief aan meer bewustzijn rondom inclusie en diversiteit. Een thema dat begint bij een warm welkom in de organisatie. Hoe ervaren nieuwe medewerkers bij de NOM hun ontvangst? We vroegen het aan vier kersverse collega’s: Christiaan, Julia, Leonie en Soraya.

Opvallend is dat de nieuwe medewerkers het vooral een voordeel vinden dat – wegens de corona-maatregelen – bij de NOM nog steeds het landelijke beleid geldt van zoveel mogelijk thuiswerken. Want: de keren dát ze op kantoor zijn en collega’s treffen, is er oprechte aandacht en ruimte om elkaar te leren kennen. Leuke verrassing vonden ze het gepersonaliseerde welkom-bij-de-NOM-tasje dat op hun eerste werkdag klaarstond. Met allemaal praktische hebbedingen én het toepasselijke boekje ‘Een goed begin is het halve werk’, vol wetenswaardigheden over de organisatie.

Ruimte om mezelf te zijn

‘Een attentie op je eerste werkdag is absoluut een goed begin, al is persoonlijke aandacht het belangrijkste’, vindt Christiaan (24), die per september is gestart als projectmedewerker operations & control. ‘Omdat ik mijn studie bedrijfskunde nog aan het afronden ben, werk ik vier dagen per week: twee thuis en twee op kantoor. Dat blijkt een prima mix. Bij de zoom-meetings kan ik focussen op de inhoud, terwijl er bij de kantoordagen meer ruimte is voor begeleiding en persoonlijke ontmoeting.’ Christiaan vindt het een goed gevoel om deel uit te maken van een organisatie. ‘Dit is toch het echte werk, na jaren van studie. Een serieuze baan, al ben ik aangenaam verrast door de gezellige sfeer bij de NOM. Collega’s komen naar me toe, zijn geïnteresseerd en meelevend. Door hun open houding krijg ik de ruimte om mezelf te zijn.’

Goede collegiale contacten

Julia Rutgers (34) is nét begonnen bij de financiële afdeling. ‘Mijn eerste indruk is positief’, vertelt ze enthousiast. ‘Al sinds de sollicitatie en rondleiding had ik veel zin om bij de NOM te gaan werken. Een nieuwe uitdaging die best spannend is. Ik kom van een heel klein familiebedrijf, terwijl hier tientallen mensen werken. Bovendien is mijn Nederlands nog niet vlekkeloos. Oorspronkelijk kom ik uit Oekraïne en ik heb met mijn Nederlandse man een aantal jaren in Spanje gewoond. Bij de NOM vind ik de sfeer uitnodigend en vriendelijk. Dat ik een passie voor boekhouden heb, is in mijn functie belangrijker dan perfecte taalbeheersing. Nieuwsgierigheid naar mijn afkomst beschouw ik als normale belangstelling. Dat heb ik zelf ook. Door die interesse leer je elkaar kennen en goede collegiale contacten maken het werk leuker.’

Open, voorwaartse houding

Eerlijk is eerlijk: omdat de drie provincies en het ministerie van EZK aandeelhouders zijn van de NOM, was Leonie Ebbes wel een beetje beducht op een (te) ambtelijk karakter. ‘Gelukkig blijkt dat vooroordeel tot nu toe onterecht’, vertelt de nieuwe strategisch adviseur van Flinc. ‘Ik tref hier mensen met een open, voorwaartse houding, die echt gaan voor kansen en mogelijkheden. Mijn eerste werkmaand voelde als een warm bad. Doordat veel collega’s al ruim anderhalf jaar vooral thuis werkten, zitten ze zelf ook in een soort opbouwende fase met af en toe weer een kantoordag. Ik ken de sfeer van vóór corona natuurlijk niet, maar ik heb de indruk dat mensen nu meer open en nieuwsgierig zijn dan wanneer ik in een normale situatie bij de NOM was begonnen.’

Leuk is dat Leonie zich bij haar nieuwe taak – het versterken van het noordelijke ecosysteem voor startups – ook bezighoudt met het thema inclusie en diversiteit. ‘Om bij ons aan te kloppen, is het belangrijk dat startups zich welkom en veilig voelen. Dat vraagt openheid aan onze kant, daarom ben ik blij dat de NOM al actief met inclusie en diversiteit bezig is. Het maakt dat ik me vrij voel om op dat vlak creatieve voorstellen te doen. Het imago van de NOM is vrij serieus en zakelijk, terwijl ik merk dat de organisatie wel graag wat losser en gevarieerder wil zijn. Om van betekenis te zijn voor verschillende typen ondernemers kunnen we zeker nog stappen maken, bijvoorbeeld om meer female founders aan te trekken. Mooi om daar een bijdrage aan te leveren vanuit Flinc.’

Gevraagd naar mijn inbreng

Soraya Boonman (30) werd al vóór haar eerste werkdag door de NOM uitgenodigd voor de presentatie van het meerjarenplan en een borrel. ‘Het gaf een heel welkom gevoel dat ik er al bij hoorde nog voordat ik officieel begonnen was’, vertelt de HR-adviseur. ‘Het was bovendien een mooie kans om alvast wat nieuwe collega’s te spreken. We werken nog regelmatig online vanuit huis en dan praat het makkelijker als je elkaar al ontmoet hebt. Al vanaf de eerste contacten voel ik me hier op mijn gemak. Er is openheid over de verwachtingen over en weer en er wordt gevraagd naar mijn inbreng. Dat is een goed begin. Als HR-adviseur weet ik hoe belangrijk diversiteit in teams is, om elkaar aan te vullen en scherp te houden. Dat ik een andere achtergrond heb dan de gemiddelde NOM-collega maakt dat ik een frisse blik meebreng. Fijn om te merken dat daar binnen deze organisatie ruimte en waardering voor is.’

Nieuwe collega’s voelen zich welkom bij de NOM

Het voordeel van de ander. Over diversiteit en inclusie
Het voordeel van de ander. Over diversiteit en inclusie

In dit whitepaper leer je:

  • Dat diversiteit en inclusie ondernemingen verder vooruithelpen
  • Hoe moeilijk het kan zijn om je eigen vooroordelen opzij te zetten
  • Welke stappen je moet zetten om werk te maken van meer diversiteit