Wim A,B.: “Dankzij Europese samenwerking hebben we nóg meer bereikt met offshore wind”

Inn2Power werkt aan offshore wind supply chain

“Voor Inn2Power kan ik mijn werk als project manager Foreign Direct Investment combineren met business development. Offshore wind biedt namelijk prachtige kansen in Europa, maar ook daarbuiten. Wat ik vooral heel belangrijk vind is dat we vanuit de NOM kansen en praktische oplossingen kunnen bieden aan de ondernemer.”

Samen meer bereiken op het gebied van offshore wind

“Het Europese project Inn2Power is eigenlijk een logische uitbreiding van de activiteiten binnen Northern Netherlands Offshore Wind (NNOW). Dit mkb-cluster is in 2010 ontstaan op initiatief van de NOM, de Kamer van Koophandel Noord-Nederland en Energy Valley. Offshore wind was toen in opkomst en een collega van mij wilde iets doen met de marktkansen die ontstonden. Hij heeft toen vrij snel een groep geïnteresseerde bedrijven, kennisinstellingen en andere relevante organisaties, waaronder Groningen Seaports, weten samen te brengen. De oprichting van NNOW bleek een goede zet, want het cluster is inmiddels uitgegroeid tot een zelfstandige stichting met ongeveer negentig leden.

Zelf ben ik ook vanaf het begin betrokken bij het netwerk van NNOW, maar niet uitsluitend als business developer. Ik ben als projectmanager Foreign Direct Investment (FDI) bij de NOM namelijk verantwoordelijk voor de promotie en acquisitie van buitenlandse investeringen in onze regio. Vanuit deze rol kan ik NNOW internationaal onder de aandacht brengen, om daarmee nieuwe investeringen aan te trekken. Een belangrijk doel van de business development projecten is immers het creëren van meer business en werkgelegenheid, door het economisch profiel van onze regio te versterken.”

Europese samenwerking biedt nieuwe marktkansen

“Door het succes van NNOW ontstond het idee om de samenwerking uit te breiden naar andere Noordzee-landen. We delen de Noordzee immers met België, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Dus toen NNOW in 2016 verder ging als zelfstandige stichting, vonden we de tijd rijp voor een samenwerking met vergelijkbare clusters op Europees niveau. Dit is uiteindelijk het project Inn2Power geworden, waarvoor de NOM samen met de Provincie Groningen een Interreg-subsidie heeft aangevraagd.

Inn2Power is dus vergelijkbaar met NNOW, maar dan grensoverschrijdend. In het project nemen elf partijen deel namens de vijf belangrijkste offshore-windclusters in Europa. Deze vijf regio’s hebben gemeen dat ze over een zeehaven aan de Noordzee beschikken en dat er al veel is bereikt in de ontwikkeling van een supply chain voor offshore wind. Met Inn2Power helpen we ondernemers om ook internationaal samen te werken aan duurzame energieopwekking. Bovendien ontsluiten we op deze manier interessante Europese markten voor de mkb-bedrijven.

Het Inn2Power-project bestaat uit vijf onderdelen of werkpakketten. Het kerndoel van het project is om mkb-bedrijven grensoverschrijdend met elkaar in contact te brengen en te laten samenwerken aan innovaties en marktkansen. Belangrijke instrumenten daarvoor zijn de ontwikkeling van een gezamenlijke mkb-database, verbetering van de toegankelijkheid van de havens voor mkb-bedrijven, de inventarisatie van test-sites, en het ontwikkelen en aanbieden van MBA-opleidingen op het gebied van offshore wind. Daarnaast dienen alle regio’s grensoverschrijdende kennisbijeenkomsten te organiseren waar de mkb-bedrijven elkaar kunnen ontmoeten.”

Samenbrengen van partijen is onze kracht

“De voornaamste taak van de NOM is de ontwikkeling van de database. Dit past heel goed bij ons, omdat we daarmee op een praktische manier de internationale samenwerking tussen ondernemers bevorderen. De database moet gaan bestaan uit een company-directory met zo’n 1.400 mkb-bedrijven uit de vijf regio’s. Onze Deense collega’s zijn daarnaast bezig met een networking-tool. Daarmee kunnen de bedrijven op basis van ambities, innovaties, kennis en competenties potentiële samenwerkingspartners vinden. De uitdaging voor ons is om de database gevuld te krijgen met de juiste gegevens en om de bedrijven enthousiast te maken voor het gebruik ervan.

Het aan elkaar koppelen van ondernemers is de NOM natuurlijk op het lijf geschreven. En met deze database kunnen we ze nog beter faciliteren om marktkansen in de offshore-windindustrie te benutten. Daarnaast hebben we veel tijd gestoken in de organisatie van ons Inn2Power kennis- en matchmaking-event. Ik denk dat we een zeer geslaagde bijeenkomst hebben weten te organiseren met een goed inhoudelijk programma. We hebben daarmee veel deelnemers uit binnen- en buitenland weten aan te trekken. Een bezoek aan de Eemshaven stond natuurlijk ook op het programma.”

Belangrijk om dicht bij de mkb’er te blijven

“Relatiemanagement is een belangrijk aspect van iedere samenwerking en juist dat is de kracht van de NOM. Het is tegelijkertijd ook een van de grootste uitdagingen van dit project. Ondernemers zijn vaak bezig met de waan van de dag. Het is dus aan ons om de bedrijven betrokken te krijgen en te houden. Wat ik heel belangrijk vind, is dat we vanuit de NOM praktisch en pragmatisch kunnen blijven. Bij zo’n Europees subsidieproject komen ook politieke en lobby-achtige aspecten kijken, maar dat ligt gelukkig niet bij ons. Wij willen dichtbij de bedrijven blijven en ze helpen met wat zij belangrijk vinden. Dat vind ik zelf ook het leukste aan dit soort projecten.

Voor Inn2Power onderhoud ik dan ook actief contact met het bestuur van NNOW en met de aangesloten bedrijven. Maar namens de NOM kan ik de individuele bedrijven ook breder adviseren. Bijvoorbeeld als een bedrijf praktische ondersteuning of financiering nodig heeft om een samenwerking aan te gaan in het buitenland. En dankzij mijn rol op het gebied van FDI, kan ik ons offshore-windcluster ook buiten Europa op de kaart zetten. In China hebben ze bijvoorbeeld grootse plannen op het gebied van offshore wind, en ik zie ook kansen in Taiwan en India. Het zou natuurlijk prachtig zijn als zij gaan investeren in onze Eemshavengebied.”

Trots op succesvolle Europese samenwerking

“Met Inn2Power hebben we de positionering van onze Noordzeeregio flink kunnen versterken. Ik vind het heel mooi om te zien dat de bedrijven elkaar ook over landsgrenzen heen weten te vinden. Het is heel boeiend om te zien welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen de vijf Europese clusters. In zo’n internationaal project krijg je bovendien te maken met cultuurverschillen en ook dat is heel leerzaam. Het is me bijvoorbeeld opgevallen dat onze Nederlandse bedrijfscultuur heel goed past in een project als dit. Nederlanders zijn meer dan gemiddeld bereid om naar het buitenland te reizen en om de samenwerking op te zoeken. Ik heb vooral mooie samenwerkingen zien ontstaan tussen Nederlandse en Deense bedrijven, dat komt waarschijnlijk toch omdat onze culturen veel gemeen hebben.

Ik ben heel blij met wat we tot nu hebben bereikt. Via Inn2Power hebben we het succes van NNOW weten uit te breiden naar Europa. Er zijn al enkele kansrijke samenwerkingen voortgekomen uit de contacten die we hebben gelegd. Een van de doelen van het project is om in totaal vijftien strategische samenwerkingen te realiseren, dus drie per regio. Tot dusver wijst alles erop dat dit zal gaan lukken. Het subsidieproject loopt nog tot november 2020, dus we hebben nog een jaar voor de boeg. In het komende jaar zullen we natuurlijk ook besluiten of en hoe we deze internationale samenwerking gaan voortzetten. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat de Europese relaties en netwerken die we tot stand hebben gebracht, ook na 2020 hun vruchten zullen afwerpen.”