Senbis Gerard Nijhoving

Het hart van Senbis ligt bij Research & Development

Kent u de AKU, Enka of de Akzo nog? Van oudsher producenten van kunstvezel. Uit die historische grond kwam Senbis Polymer Innovations naar boven. Sinds 2008 wordt in een eigen laboratorium en proeffabriek in Emmen met een tiental mensen gewerkt aan Research & Development van polymeren (plastics). Senbis ontwikkelt in opdracht van klanten, maar investeert tegelijkertijd ook in eigen producten. De laatste jaren wordt er voornamelijk gewerkt aan bioplastics en gerecyclede plastics.

“Op dit moment starten we met de productie van composteerbaar touw voor de tuinbouwsector”, legt Senbis directeur Gerard Nijhoving uit. “Denk aan het touw waarmee tomaten-, paprika- en komkommerplanten vast worden gezet. Dat wordt normaal gesproken van gewoon plastic gemaakt. De planten moeten daardoor als grijsafval worden afgezet wat veel duurder is dan composteren. Onze oplossing met een composteerbaar touw betekent voor de tuinder dus duurzaamheid én een kostenbesparing.”

Kennis van toen en nu
Senbis heeft een bijzondere historie, met haar roots bij de Akzo en de Enka. “Wij zijn eigenlijk de oude R&D-afdeling van de Akzo. Er is veel gebeurd sinds de Akzo eind jaren ’90 de ontwikkeling en productie van vezels afstootte. Kennis ging deels verloren, maar gelukkig kon er uiteindelijk een doorstart worden gemaakt onder de noemer API. In 2016 ben ikzelf bij de organisatie gekomen, ook als aandeelhouder. We hebben toen de naam gewijzigd naar Senbis. Nijhoving hoefde niet bij nul te beginnen, want in zijn team zitten nog collega’s die ook onder Akzo gewerkt hebben. “Daar werkten meer dan 50 man aan R&D, die tijden zijn geweest. Maar het is mooi dat we zoveel kennis en ervaring in huis hebben, wat we ook nodig hebben voor al onze ambities.

Ondertussen breiden we het team steeds uit, vaak met jonge chemici. We zien dat we een erg sterke combinatie aan verschillende competenties opbouwen.”

Roots in de regio
De AKU opende na de Tweede Wereldoorlog een fabriek in Emmen. Dus dat de roots van Senbis onlosmakelijk met Emmen verbonden zijn, is duidelijk. Datzelfde geldt voor Gerard Nijhoving, een geboren en getogen Emmenaar. Hij werkte als business developer op verschillende plekken, maar zocht en vond in Senbis een mooie kans in zijn eigen regio.

Dat belang hechten aan de regio is iets dat Senbis vandaag de dag altijd nog doet. Nijhoving: “De NOM is dan ook een belangrijke partner voor ons. We hebben een gedeeld belang. Wij werken nu samen met andere partijen aan een nieuw innovatiecluster: SPIC Emmen. De NOM en de lokale overheden ondersteunen dit. En via het door de NOM gefaciliteerde platform Bio Economie in de Non-Food Sector werken wij ook mee aan de ontwikkeling van duurzame innovaties.

Hart voor R&D
Is het wel handig voor een bedrijf met zo veel innovatieve kracht om hoofdzakelijk R&D voor derden uit te voeren in plaats van enkel eigen ontwikkelingen op te pakken? “ Dat is nou juist een ijzer sterke combinatie! Ons doel is ook deze twee takken in de toekomst te blijven combineren. Ons hart ligt bij de R&D, we leren er veel van en zijn continu met de nieuwste dingen bezig. Tegelijkertijd houden we capaciteit voor onze eigen ontwikkeling.”

Korrelige vraagstukken voor voetballers
Voor wie Senbis zoal de R&D uitvoert? Daarover kan Nijhoving niet vrijuit praten. Maar voor eigen ontwikkelingen die marktrijp zijn, maakt hij een uitzondering. “We hebben bijvoorbeeld een nieuwe korrel voor kunstgras ontwikkeld. Over de huidige korrels, gemaakt van oude autobandenrubber, is veel commotie geweest.. Wij maken een biologisch afbreekbaar product. Binnenkort wordt het eerste, door de KNVB erkende, proefveld opgesteld. Verantwoorde korrels, sterk en veerkrachtig genoeg om de meest spannende voetbalwedstrijden te dragen.”